De zoon van Margreet deed vorig jaar eindexamen vwo. Nu doet hij bijna niks. En zij wordt er knettergek van.
Mijn zoon zit op de bank en het doet hélemaal niks. En als hij niet op de bank zit, dan ligt hij in bed. Tot een uur of een. Dit is mijn bijna negentienjarige zoon. Na te zijn opgestaan smeert hij zes boterhammen en gaat dan dus op de bank zitten. Als ik thuiskom uit mijn werk, zit hij te gamen, televisie te kijken of in de tuin te blowen. Niks is er gebeurd. Hij heeft nog niet eens de vaatwasser uitgeruimd of de wasmachine leeggehaald. Laat staan dat hij eens een boodschap doet. Hij vindt dat ik dat onderweg van mijn werk naar huis wel kan doen.
Afspraken
Natuurlijk had ik na het halen van zijn examen afspraken gemaakt. Hij wilde nog niet studeren, want niks leek hem leuk. Zijn examen halen had meer prioriteit dan het kiezen van een vervolgopleiding, zo vond hij, en ik eigenlijk ook. Want of hij het zou halen, was namelijk nog best spannend.
Toen de vlag -weliswaar na het herexamen- uithing, ben ik met hem gaan zitten. Ja, hij zou een baantje zoeken. Ja, hij zou meebetalen en ja, hij ging niet de hele dag op de bank hangen. Hij vond een baantje. Bij de supermarkt. Maar hij vond er ‘niks aan’. Hij wilde liever iets doen in de horeca. Maar dan liever niet in de avonduren, want dan wilde hij zelf op stap gaan met zijn vrienden.
Baantje
Nu staat hij twee dagdelen in de week in een koffietent en blijkbaar is dat genoeg. De rest van de dag zit hij thuis. Ik had toch echt wel gehoopt dat hij meer pit zou hebben. Het is een slimme jongen. Hij is sociaal en was altijd ondernemend. Tot nu toe dus. Er zit geen greintje initiatief bij. Toen ik die leeftijd had, wist ik niet hoe snel ik het huis uit moest. Ik had weliswaar ook een tussenjaar, maar dat vond plaats aan de andere kant van de wereld. In Australië, waar ik na eerst een half jaar keihard werken en sparen voor een ticket, de tijd van mijn leven had.
Werken en een beetje hangen
En hij zit… thuis. Zijn vrienden dus ook. Een enkeling is gaan studeren, maar de rest woont nog bij hun ouders. Ze werken een beetje en hangen. Ik erger mij kapot aan mijn zoon. De sfeer in huis is om te snijden. We zijn met z’n tweeën en hadden het altijd gezellig samen. Maar nu moet ik me inhouden om hem niet van de bank te trekken en letterlijk een schop onder zijn hol te geven.
Als ik aan hem vraag wat daar nou aan is, aan niks doen. Hij zegt dan dat hij het heeft ‘verdiend’ om thuis te zitten. Omdat hij vorig jaar zo hard heeft gewerkt voor zijn examen. Maar een plan voor volgend jaar is er ook nog niet echt. Dit terwijl de zomer toch ook weer met rasse schreden nadert.
Open dagen
Nu zijn er open dagen voor vervolgopleidingen. Hij is naar een paar toe geweest. Maar het lijkt of hij bang is om iets te kiezen. Rechten lijkt hem ‘saai’, economie ‘te moeilijk’ want je moet erbij rekenen. Ik heb hem nog geadviseerd iets te gaan doen in het onderwijs. Hij is sociaal, en heel leuk met kinderen. Altijd geweest ook. Maar hij vindt dat je daarmee te weinig verdient.
Ik vrees dus dat hij volgend jaar weer een tussenjaar heeft. Maar dan moet hij óf aan het werk óf ik schop hem de deur uit.