Martine maakte zich na de moordpartij in Utrecht gisteren zorgen over van alles en was aan het einde van de dag blij dat haar kinderen veilig thuis waren. Haar pubers… nou ja. Lees maar.
Ikzelf was blij dat ik gisteren niet met het openbaar vervoer naar huis hoefde te reizen. Ik kon me heel goed voorstellen dat je als forens net even anders in de tram of trein zou stappen dan op een ‘gewone’ dag. Dat je dan toch extra alert zou zijn op achtergelaten tassen of mensen die zich raar zouden gedragen. Om die reden was ik ook heel blij dat mijn kinderen op de fiets naar school waren gegaan in plaats van met de bus of tram.
Lichte paniek
Toen de dag vorderde en het bleek dat mensen die in Utrecht wonen thuis moesten blijven en hun kinderen op school, was ik ook heel blij dat ik niet in Utrecht woonde. Want ik weet niet wat ik had gedaan: net als die moeder uit het journaal haar puberzoon ophalen met de auto? Of toch maar in lichte paniek afwachten tot de pubers zelf werden losgelaten?
Ik was thuis in Amsterdam al in opperste staat van alertheid toen ik onderweg naar de Albert Heijn langs de islamistische buurtschool liep. Waarom wist ik niet echt, maar als de aanslag een vergelding was voor Christchurch, wat zou het afschuwelijke antwoord daarop weer kunnen zijn? Want waarom waren anders de moskeeën dicht?
Gek wat angst met je kan doen en hoe gedachten met je op de loop kunnen gaan. Natuurlijk voel je medeleven met de slachtoffers. Maar een bijkomend verschijnsel is dat je dit soort verschrikkelijke dingen toch ook meteen betrekt op jezelf en je dierbaren, en zeker wilt weten dat zij in ieder geval veilig zijn. Dus ik was opgelucht toen eerst de kinderen en toen mijn echtgenoot thuis waren, al was er niemand met het OV naar school of werk gegaan en wonen we niet in Utrecht.
In wat voor wereld groeien mijn kinderen op?
In de avond keken we naar DWDD, waarin terrorisme-expert Beatrice de Graaf inderdaad waarschuwde voor extreem-rechts geweld als antwoord op terrorisme door moslims. Terwijl ik naar deze verstandige vrouw zat te luisteren, stelde ik mezelf de vraag, die iedere ouder zichzelf weleens stelt: ‘In wat voor wereld groeien mijn kinderen op?’
Mijn pubers waren met deze kwestie geheel niet bezig. Mijn dochter was die middag bijvoorbeeld vooral verbolgen omdat ik midden op de dag televisie zat te kijken. Dat mag zij namelijk niet. Ik legde in Jeugdjournaaltaal uit dat er een schietpartij was geweest in een tram en dat daarbij waarschijnlijk mensen bij om het leven waren gekomen. Net toen ze binnenkwam was een anti-terreureenheid met getrokken pistool de Rabobank aan het binnenvallen. ‘Ok’, zei ze met een half blik op de televisie en ging verder met haar Insta Stories, TikTok en al dat andere dat op de telefoon zo oneindig veel interessanter is dan de actualiteit.
Mijn zoon die op zijn manier dan wel geïnteresseerd is in politiek, was nog pragmatischer door te stellen dat hij blij was dat we niet in Utrecht wonen. Het leek hem namelijk verschrikkelijk langer op school te moeten blijven dan strikt noodzakelijk.
O zalig zijn de onwetenden.