Saskia stelde onlangs een nieuwe regel in: ze wilde dat haar pubers wat preciezer hun ETA, estimated time of arrival, voor het avondeten zouden doorgeven. En als ze dat dan toch deden of ze dan ook even wilden melden of ze alleen of met een leger hongerende pubers in hun kielzog binnen zouden vallen, zodat ze daar allemaal rekening mee kan houden.
Ik vind het nu eenmaal leuk en belangrijk dat we met elkaar eten en dat er of genoeg eten is of niks wordt verspild. Vandaar die regel. Eerder was ik niet zo streng, maar dat werkte niet. Want het brein van pubers is niet ingesteld op zaken zoals tijdstippen en aantallen. Ze kwamen steevast te laat voor het eten. En soms kwamen ze helemaal niet en zat ik alleen met een enorme pan eten of had ik een klein hapje klaargemaakt en zaten er ineens acht pubergasten aan tafel. Dus stelde ik die ETA-regel mét vermelding van aantal gasten in en plakte die op de koelkast zodat ze er minimaal één keer per dag aan herinnerd zouden worden.
Nieuwe regel voor de pubers
Het werkte. Even. Of nou ja, het werkte één keer. Mijn pubers kwamen op de afgesproken tijd thuis, de een, zoals aangekondigd, alleen, de ander, eveneens aangekondigd, met twee vriendinnen. Daarna ging het mis. Want het brein van pubers is ook niet ingesteld op het onthouden van regels langer dan één dag. Ook al hangt die op de koelkast.
Een dag later lukte het weer niet. De een moest sporten en kwam toch maar niet eten, de ander had wel gezegd dat ze thuis kwam eten, maar het eten bij een vriendinnetje bleek lekkerder dus bleven ze daar hangen. Een dag later hetzelfde riedeltje, en gisteren weer. En dus greep ik naar het ultieme machtsmiddel: inhouden van zakgeld. Als ik geld uitgaf aan eten dat niet werd opgegeten dan moesten ze dat maar terugbetalen. En daar zijn pubers heel gevoelig voor. Want vanmiddag werd ik door de ene puber geappt. Hij ging meteen door naar de sportschool dus op hem hoefde ik niet te rekenen. Gevolgd met een ‘goed hè, dat ik me aan de regels houd’, zodat hij zeker was dat ik zijn zakgeld niet zou inhouden.
Reeks appjes
Van puber nummer twee kreeg ik een hele reeks appjes. Ze zou thuis komen eten. Of nee, toch niet. Of, ja, toch wel. En of er drie vriendinnen mee konden eten. Of nee, vier, of wacht, nee, twee. Oh, het werd toch anders, ze kwam niet thuis eten. Ze wilde ook even weten wat we gingen eten. Spaghetti? Oh, dan kwam ze wel thuis eten, want dat vond ze lekker. Maar ze waren nu met z’n vieren, kon dat ook? Even later appte ze dat het zes werd en weer later dat ze met z’n drieën waren. Ze eindigde haar reeks appjes met een rij emoticons van opgestoken duimen en de hashtag #regelonthouden. Waarmee ook zij haar zakgeld veilig stelde.
Zelfde aantal, andere pubers
De avond verliep niet helemaal volgens plan. Puber één kwam toch met drie vrienden thuis, puber twee stiefelde pas lang na het eten binnen, alleen. Ik zette ze aan de keukentafel, want dit waren niet de afspraken geweest. Twee verbaasde snoetjes keken me aan. Wat was mijn probleem? Er was iemand op tijd gekomen met het afgesproken aantal gasten. Dus. Waar maakte ik me druk om? En als ik het zo graag wilde weten: ze hadden elkaar even gepolst toen de zaken toch weer heel anders werden zodat ze mij niet wéér hoefde te appen. Want daar zou ik alleen maar gek van worden, toch?
Zakgeld gered
Dus toen puber één wist dat puber twee niet zou thuiskomen, kon hij wel thuiskomen wat hij eerst niet van plan was, maar wel goed uitkwam en puber twee zou dan weg kunnen blijven wat ze eerst niet zou doen, maar nu wel kon. En omdat het zo klopte hadden ze mij niet meer geappt, want wat maakt het nou uit wie er precies aan tafel zat, toch? Snapte ik het nog? Duidelijk toch? Ik knikte ondanks dat ik het niet helemaal snapte. Was dit nou goed gegaan of niet? Maar voordat ik daar goed over na kon denken, vroegen de pubers of ze dan nu even hun zakgeld konden krijgen.