We hebben het thuis over het sinterklaasfeest en met name de zwartepietendiscussie. Niet omdat mijn pubers daar over beginnen, maar omdat ik er naar vraag. Het is namelijk een discussie die vooral door volwassenen wordt gevoerd en ik benieuwd ben hoe zij daar over denken.
De discussie over Zwarte Piet, die de afgelopen jaren van matig naar bijzonder heftig ging, is iets waar ik mijn pubers bijna niet over hoor. Toen het eerste protest klonk geloofden zij nog, nu twee partijen briesend tegenover elkaar staan zijn zij al lang van hun geloof gevallen. Ze groeiden op met een sinterklaasfeest met louter zwarte pieten en sloten die goedheiligman-periode af met gekleurde en roetveeg-pieten. Ook daar heb ik ze nooit over gehoord. Piet is piet, ongeacht kleur.
Vermoeiende discussie
Ze zijn verbaasd over mijn vraag. Of nee, niet verbaasd, want ze horen, zien en lezen de hele dag op allerlei nieuwskanalen die ze volgen erover. Maar die hele discussie, zuchten ze, is zo vermoeiend. ‘Echt iets wat volwassenen doen’, zegt de ene puber. ‘Het moet altijd zó overdreven’, vult de ander aan. Ze vinden het ook, en ik quote: gelul om het gelul. Ook al zoiets waar volwassenen goed in zijn, besluiten ze beiden, praten, maar niet luisteren.
Die discussie houdt me inderdaad bezig omdat ik met verbijstering kijk naar hoe die zich ontspint. Waar eerst het gesprek open werd gevoerd zijn we nu op een punt beland waar twee partijen met schuim op de mond tegenover elkaar staan. En het is zoals mijn pubers zeggen, iedereen praat, maar niemand luistert
Praten en luisteren
Ik heb mijn pubers geleerd dat ze altijd over alles kunnen praten. Dat woorden betekenis kunnen geven aan gevoelens en daarom duidelijk kunnen maken wat en hoe je je voelt. En dat je een ander ook nooit de mond mag snoeren, omdat luisteren net zo belangrijk is als praten. Alleen dan kan een gesprek ontstaan. Tot oogrollen en zuchten aan toe heb ik dit in de praktijk gebracht. Ik nodigde mijn pubers uit om te praten, om te luisteren naar elkaar, om een gesprek te beginnen, te voeren en netjes af te sluiten, ook al ben je het misschien niet met elkaar eens.
De zwartepietendiscussie leidt, gelukkig, een minder intens leven in het leven van pubers dan op dit moment in het land gebeurt. Of in ieder geval in het leven van míjn pubers. Ze zitten beiden op een school in een grote stad. Scholen die, zoals dat heet, divers zijn. In hun klassen heeft een groot deel van de kinderen een andere culturele achtergrond dan zij. Het zijn kinderen die overigens vrijwel allemaal in Nederland zijn geboren, maar ouders of grootouders hebben die uit een ander land komen. Het zijn ook kinderen waarvan de meesten zijn opgegroeid met het sinterklaasfeest.
Pubers wijzen elkaar op de verschillen
De reden dat mijn pubers die discussie zo vermoeiend vinden is omdat de verschillen in achtergrond, tradities en kleur iets is waar ze dagelijks mee te maken hebben. In hun klas wijzen ze elkaar allemaal op elkaars verschillen, maar is niemand een racist. Of een nationalist. In hun klas omarmen ze ook allemaal elkaars verschillen. Ze begrijpen daardoor heel goed dat op sommige momenten het pad van de een meer geëffend is dan het pad van de ander. En dat laatste heeft niet alleen met huidskleur en culturele achtergrond te maken, maar ook met sociale en economische achtergrond.
Die verschillen waar ze mee moeten dealen zijn er het hele jaar door, niet alleen in november en begin december. Die verschillen zijn ook leerzaam. Ze kunnen zich namelijk goed verplaatsen in de pijn en struggles van de ander en de ander verplaatst zich weer in hun struggles en pijn. En dat gaat met begrip, compassie en een hoop humor. ‘Daar waar al die volwassen zich zo druk om maken, lossen wij het gewoon met een grap op’, zeggen mijn pubers schouderophalend.
Wie je bent, daar gaat het om
De generatie van mijn pubers is misschien wel de meeste bruggenbouwende generatie. Ze kijken niet naar kleur of achtergrond, maar naar wie je bent. De vriendengroepen van mijn pubers bestaan uit jongens en meisjes met verschillende geloven en de meest uiteenlopende achtergronden. Maar niemand heeft het daarover. Of je dezelfde passies hebt, dezelfde interesses deelt of tegen dezelfde moeilijkheden aanloopt, dat is wat ze in elkaar herkennen en wat hen bindt.
Die hele zwartepietendiscussie heeft hun generatie al lang opgelost. Ze begrijpen de pijn van gekleurde mensen en de angst voor verandering. Zij weten al lang dat als een ander zich gezien en gehoord voelt er helemaal geen heftige discussie nodig is. En zij weten al lang dat een feest alleen maar leuk is als iedereen het mee kan vieren.
Dat tradities veranderen snappen ze ook. Want zonder verandering sta je stil. En dat zoiets tijd kost begrijpen ze ook. Als je het aan hen vraagt kost álles tijd. Neem zoiets als school, daar zit je meteen voor vier, vijf of zes jaar aan vast. Dus. Maar aan hen wordt niks gevraagd. Aan pubers wordt sowieso in het maatschappelijk debat niet zoveel gevraagd, terwijl ze vaak een veel opener, eerlijker en realistischer kijk op de wereld hebben dan volwassenen. Die buitelen nu over elkaar heen om hun gelijk te halen.
Trage volwassenen, snelle pubers
Het stemt me hoopvol dat begrip een kernwaarde van deze nieuwe generatie is. En dat we uiteindelijk hun voorbeeld zullen gaan volgen: begrip hebben voor elkaar. Want als er een groep is die de trend weet te zetten, zijn het pubers. Zij weten namelijk altijd als eerste wat er speelt en uiteindelijk omarmen die vastgeroeste oudjes dat ook. Dingen die pubers allemaal geweldig vinden en jaren later volwassenen ineens óók geweldig gingen vinden. Niemand vond TikTok leuk in het begin, nu hebben heel veel volwassenen een TikTok-account. ‘Straks ontstaat er vanzelf Sinterklaas 2.0, wat gewoon een chill feest is voor iedereen’, zeggen mijn pubers. En denken al die volwassenen hoe het mogelijk is dat ze dat niet eerder hadden bedacht’. Om te besluiten met: ‘Maar ja, zoiets gaat natuurlijk heel traag. Zoals alles bij volwassenen’.