Steeds minder meisjes laten zich inenten tegen HPV. Stom, vindt Miriam. Haar nichtje was net te oud toen het HPV-vaccin werd opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Nu, zelf net moeder, moet Nophar dealen met de afschuwelijke gevolgen van baarmoederhalskanker.
Ik loop achter mama (75) aan in het ziekenhuis. Kordaat. Mijn moeder loopt kordaat voor mij aan. Ik volg haar. Gedwee. Het lijkt alsof ze boos is. We lopen een gang in en in het voorbij gaan zie ik het bordje ‘oncologie’. Ok. Oncologie it is.
2006. Of ik met mijn dochter (16) op de foto wil voor Moederdag vraagt een bekend tijdschrift mij waar ik een column voor schrijf. Natuurlijk wil ik dat. Yasmin denkt daar iets anders over. Nee mam. Dat wil ik niet. Echt niet. Met jou op de foto? Voor dat ‘stomme’ huisvrouwenblad waar jij voor schrijft? Hell no. Maar als ze hoort dat Angela Groothuizen er ook is, wil ze wel mee.
Angela was in de studio met haar prachtige dochter Nona. Yasmin was onder de indruk van Angela. Nona was onder de indruk van de telefoon die Yasmin heeft, een knalroze ladyphone. Angela vroeg mij of ik mijn dochter laat inenten tegen HPV. ‘Uh? Ik heb geen idee?’ Ik was net bekomen van het feit dat mijn puberdochter ineens wel op de foto wilde. Het feit dat Angela Groothuizen er ook bij zou zijn gaf de doorslag om mee te gaan. Denk ik. HPV? Wat was dat nou joh?
In 2006 werd, na duizend jaar onderzoek, bekend gemaakt dat er een vaccin bestond tegen HPV. Tegen baarmoederhalskanker. Er kwam een vaccinatieprogramma en Angela Groothuizen was toen het gezicht van die campagne. Onze dochters kregen die oproep toentertijd niet. Nophar en Yasmin waren te oud.
Mama en ik komen in de wachtkamer aan. ‘Oh hier moet ik doorheen’ hoor ik haar zeggen. ‘Mama? Weet je dat wel zeker?’ Ik ken mijn moeder niet zo. Doortastend is haar middle name maar zo doortastend? Mijn moeder zwaait een deur open en ik beland in een soort van café. Een chemocafé. Een plaats waar iedereen cocktails toegediend krijgt. Tussen alle cafégangers ontwaar ik mijn nichtje Nophar. ‘Hoi tante Mir!’
Mijn nichtje heeft een zwart-wit gestreept T-shirt aan. Ik grap: Ha! Je bent gevangen hier. Ze lacht. Ze is ook gevangen hier. Gevangen door het HPV virus. Gekwetst. Kapot gemaakt. Vernietigd. Beroofd van haar toekomst. Mijn lieve zorgzame zus Eva heeft haar vijf maanden oude (klein)zoontje vast: Jonas. Hij lacht naar mij. Ik lach terug. Pak hem vast. Ruik aan hem. Hij voelt zo vertrouwd.
Mijn nichtje werd niet zomaar zwanger. En tijdens haar zwangerschap gaf ze keer op keer aan dat zij besmet was met het HPV virus. Volgens de doktoren(….) was dat geen probleem. En inderdaad, ze kreeg een heel gezond, mooi zoontje.
Mijn moeder en ik rijden terug naar huis. Wat doet het met haar dat mijn nichtje, haar kleinkind, nu dik aan de chemo zit? Bestraald moet worden? Haar baarmoeder diende te worden verwijderd? Door dat HPV-virus is gekwetst, kapot gemaakt, vernietigd en beroofd werd?
Mama en ik zwijgen op de terugweg.