Ineens degradeer je als puberouder van een warme moederschoot tot een TOOM, een Totaal Onzichtbaar Ouder Mens. Waarbij je vooral heel erg onzichtbaar de ‘zichtbare’ zaken regelt.
Via Whatsapp krijg ik tegenwoordig de bestellingen van de puber door. Gepaard met emoticons met dwingende of rollende ogen verschijnen de instructies op mijn scherm. Als ik die ook maar enigszins dreig te negeren, zowel de bestellingen als de instructies, volgt een ijzige silent treatment of een vrij snerpende sneer om me even op mijn plek te wijzen. Het moge duidelijk zijn, ik ben gedegradeerd van warme, veilige moederschoot tot de TOOM.
Mee als chaperone
En toen was er een eerste concert. Een hip-hop-concert. Een concert met vooral aandoenlijke rappers, die overduidelijk met het babyzeep nog achter de oren, niet heel Gangsta overkwamen, maar toch. Bakvissen en jong menselijk volk van onder de 18 waren welkom op dit festijn, dat zich ergens in een concertzaaltje afspeelde, ergens in de stad. De dochter wilde gaan. Maar ze had dit uiterst oenig geregeld, ze mochten niet alleen en buiten een handvol twaalfjarige vriendinnetjes hadden ze geen volwassen kunnen vinden die mee wilde gaan. En nu ging ik dus mee. Als chaperonne welteverstaan.
Nu was mij heel duidelijk dat ik TOOM moest zijn. Ik deed er maar mijn voordeel mee, want iedere keer dat die snerpende sneer, ofwel mijn dochter, de bocht uit vloog in de maanden voor het concert, dreigde ik met een meter méér zichtbaarheid. Dit is een gratis gouden tip trouwens, doe er je voordeel mee. Ik heb nog nooit zo een lief kind gehad tot aan het concert.
In een hoekje in de zaal
De avond zelf was het een hele avond op eieren lopen. Ieder moment kon ik compleet gediskwalificeerd worden voor de rest van haar pubertijd. Dus mocht ik geen foto’s op social media zetten, geen filmmateriaal maken, en geen enkele aanwijzing achterlaten dat ik gerelateerd was aan haar. Mijn taak was vooral in een hoekje met een glaasje prik zonder smaak het concert ‘ondergaan’. En vooral ook niet doen alsof ik het naar mijn zin had.
Ik maakte een paar bijna uitglijers. Zo zwaaide ik té enthousiast naar vriendinnetjes van de Puber. Ook stond ik niet genoeg in het hoekje. En ik geloof dat de derde eye-roll was omdat ik toch een foto maakte. Daar stond ik. Muurbloem te wezen. Ongelofelijk. Was ik in mijn eigen pubertijd een behoorlijk extraverte genieter, moest ik nu vooral alles behalve dát zijn.
Bakvisjes
Na wat polderrapperformances was de hitte té overheersend. De bakvissen lagen zogezegd op het droge. En ineens, wild zwaaiend en ondertussen ook appjes sturend, begreep ik dat ik, de PA, in actie moest komen. Er was tenslotte catering nodig. Daar mijn eerdere opgelegde geboden en verboden goed waren overgekomen, negeerde ik alle toenaderingen en opdrachten. Ik was er niet, tóch? En ineens stond ze daar, mijn dochter. Half paniekerig.
– ‘Maaam? Hoezo negeer je mij? Ik ga bijna dood van de dorst!’
– ‘Hé? Sorry wat? De muziek staat wat te luid!’
TOOM
En na een derde ‘Maaaaahaaam’ en een kleine uitwisseling van ‘ah-oh- daarom- negeer-je-mij- besef’ van de puber, besloot ik die bakvissen maar wat water te geven. Ineens stonden er drie bakvisjes extra naast mij. Die de rest van het concert ook bleven staan. Ik mocht zelfs meebewegen op de muziek. Ha. En nee, ik maak mij geen illusies. De eerst volgende evenementen zijn al gepland en gecommuniceerd. Op geheel diplomatieke wijze, dat wél. ‘De moeder van X gaat nu denk ik mee mam!’, zei de puber tussen neus en lippen door. Want stel, ik zou het erg vinden. Maar prima. Laat een ander maar de TOOM zijn.