Pubers hebben vaak een vertekend beeld van de werkelijkheid. Zij denken dat ze overgaan, maar als jij hun cijferlijst bekijkt twijfel je of dat überhaupt nog mogelijk is.
#1 ‘Wat krijg ik voor mijn rapport als ik overga?’
#2 ‘Hoezo eerst maar eens zien. Ik sta er hartstikke goed voor.’
#3 ‘Nog tweetiende punt en ik zit volgend jaar gewoon in de derde hoor.’
#4 ‘Dat betekent dat ik minimaal een 5,8 moet halen voor wiskunde.’
#5 ‘Of een 5,9 voor Duits.’
#6 ‘En dat ga ik makkelijk redden.’
#7 ‘Hoezo ik had het afgelopen jaar beter mijn best moeten doen en dan had ik nu geen stress gehad?’
#8 ‘Net of jij altijd zo braaf zat te leren vroeger.’
#9 ‘Jij bent toch ook een keer blijven zitten. Dus.’
#10 ‘Je hoeft me echt niet te overhoren.’
#11 ‘Als ik morgen begin met leren, dan heb ik echt wel genoeg tijd voor dat proefwerk waar alles van afhangt.’
#12 ‘De proefwerkweek is pas over twee weken, mam.’
#13 ‘Nee, je hoeft niet aan Oom Frits te vragen of hij wiskunde wil uitleggen.’
#14 ‘Wat ik ga doen als ik blijf zitten? Ik blijf niet zitten.’
#15 ‘Mag ik alvast een voorschot op mijn rapportgeld, ik heb een feestje van het weekend.’
#16 ‘Hoezo heb ik geen tijd voor feestjes?’
#17 Hakken over de sloot, wat is dat nou weer voor rare jaren tachtig-uitdrukking?’
#18 ‘Zit je me nu de hele tijd te controleren?’
#19 En in Magister te kijken of ik proefwerken heb?
#20 Loop nou niet zo te zeuren. Ik ga echt wel leren.
#21 Eerst mijn Netflix-serie afkijken.
#22 Jij zit toch ook niet ’s avonds de hele tijd te werken?
#23 Ik moet ook kunnen ontspannen. Anders kan ik niet leren.
#24 ‘Waarom roep je dat ik nú naar boven moet?’
#25 ‘En dat je de router gaat uitzetten?’
#26 ‘Hoe kan ik dan dat werkstuk dat zes keer meetelt en morgen af moet bij elkaar googelen?’
#27 ‘Hoezo moet ik niet zo stressen? Jíj bent aan het stressen.’
#28 ‘Jij begint over dat ik misschien niet overga.’
#29 ‘Dan ga ik zelf ook twijfelen of ik wel overga.’
#30 ‘Lekker supportive van jullie.’
#31 ‘Nu heb ik stress hè. Maar dan echt.