Pubers zijn meesters in het voeren van een gesprek op een geheel eigen wijze. Ook al begrijpen wij dat niet altijd. Want wat zeggen ze eigenlijk? En wat bedoelen ze nu echt?
1. Het ik zeg één woord terug-gesprek
Pubers zijn er meester in. Jij praat met hele volzinnen, zij antwoorden met slechts één woord: duh, echt feskull, hoezo of whatever. Geen idee wat ze bedoelen? Laat je er niet door uit het veld slaan, want het zijn niet zo maar woorden, maar eigenlijk verkapte hele zinnen:
Duh: ‘Dat wat je net hebt gezegd is natuurlijk niet waar, of beter gezegd klinkklare onzin, en ik ben het er dan ook niet mee eens.’
Echt: ‘Je bedoelt dat het is zo als het is, dat het dus zeg maar waar is, of eigenlijk dat het gewoon echt zo is, toch?’
Feskull: ‘Ik vind het echt heel tof, nee wacht, ik vind het echt heel leuk, of nee, ik vind het fantastisch.’
Hoezo: ‘Ik trek dat wat je zegt bijzonder in twijfel en heb er een andere mening over, dus.’
Whatever: ‘Dat wat jij zegt zal dan wel zo zijn, maar dat betekent nog niet dat ik het er mee eens ben, en nee, ik wil niet naar je argumenten luisteren.’
2. Het meerdere klanken-gesprek
Zo’n gesprek waarbij jij van alles vraagt en je puber onderuitgezakt op de bank klanken produceert dat als een gefundeerd antwoord geldt, tenminste, dat vinden zij dan. Het is lastig om voorbij die ‘Yeah, oke, ja, yeah, yeah, oke, jahaa, okeehee’ brei in gesprek met je puber te blijven, maar hé, ze luisteren (een soort van) en geven iets van antwoord (ook een soort van).
3. Het alle zinnen bestaan uit één woord-gesprek
Ze. Doen. Het. Om Iets. Duidelijk. Te. Maken. Of. Te. Benadrukken. Of. Te. Onderstrepen. Hoe. Dan. Ook. Praat. In. Een. Woord. Terug. En. Je. Hebt. Een. Gesprek. Met. Je. Puber. Nou. Ja. Iets. Wat. Daar. Op. Lijkt. In. Ieder. Geval.
4. Het alles zonder te ademen oplepelen-gesprek
Pubers doen niet aan interpunctie. Ook niet in een gesprek. Ze maken lange zinnen die jij dan op jouw beurt moet zien op te delen in begrijpbare zinsdelen zodat je nog enigszins weet waar het gesprek over gaat. Terwijl je puber gewoon blijft doorratelen, want eenmaal aan het woord, willen ze graag het hele verhaal vertellen. Ook al betekent dit dat ze drie minuten lang één zin aan het oplepelen zijn, zonder begin en eind, en halverwege kwijt zijn wat ze wilden vertellen. Of waar het gesprek überhaupt ook alweer overging. En jij op jouw beurt naar je puber kijkt en de clou van het verhaal helemaal kwijt bent.
5. Het ik doe of ik luister, maar eigenlijk luister ik niet-gesprek
Het is niet echt een gesprek met een onderuitgezakte, ongeïnteresseerde puber, maar zo lang ze doen alsof ze luisteren kun jij je verhaal kwijt. En later gewoon voor hun voeten werpen dat je het toch echt allemaal hebt gezegd.
6. Het onderlinge puber-gesprek
Pubers-praten-onderling-zo-snel-dat-we-na-twee-seconden-al-niet-snappen-waar-het-over-gaat-en-alleen-maar-kunnen-denken-wanneer-halen-die-kinderen-in-godsnaam-adem?
7. Het slechte boodschap-gesprek
Het gesprek dat begint met ‘ik moet je iets grappigs vertellen’ en er dan een boodschap volgt die eigenlijk helemaal niet zo grappig is.
8. Het eenrichtingsverkeer-gesprek
Met je pubers praten voelt soms als een roepende in de woestijn. Of tegen een muur praten. Hoe dan ook gaat het vaak één richting op. Maar vergis je niet, ze luisteren wel naar je. En horen ze echt wel wat je zegt. Testen? Vraag ineens of ze zin hebben in chips en ze roepen meteen ja.