Puberjongens zijn altijd net iets té hardhandig, slordig en nonchalant. Probeer daar maar eens veranderingen in aan te brengen. Misschien moet je er maar mee leren leven.
#1 De wc-bril staat altijd omhoog. En al die omlaag staat, dan stinkt het een uur in de wind en weet je zeker dat je de wc-borstel ter hand moet nemen.
#2 In de puberkamer liggen altijd lege verpakkingen met opschriften van diverse snackketens, chipsmerken of de plaatselijke warme bakker.
#3 Per maand gaan er groothandels-hoeveelheden koolhydraten doorheen in de vorm van aardappelen, rijst of pasta.
#4 Je puber heeft niet genoeg aan één diepvriespizza en eet het liefste ook twee of meer gehaktballen.
#5 Bij het openritsen van de sporttas, kun je beter je adem inhouden.
#6 Als je puber op de bank zit, ben je altijd alert op het moment dat hij zijn schoenen uittrekt. Het wordt dan tijd om weg te sprinten.
#7 Alles kan stuk. Niet alleen je serviesgoed, maar ook rolgordijntjes, schuifdeuren, hang- en sluitwerk en natuurlijk ramen.
#8 Een bal is er om tegenaan te trappen. Ook binnen.
#9 Ze kunnen maar een ding tegelijk. Dus als ze iets aan het doen zijn moet je niet tegen ze praten.
#10 Een een-op-een gesprek voer je beter terwijl iets anders doet, zoals de afwas, autorijden of wandelen.
#11 Als jij op je gemak televisie wilt kijken, zijn er altijd snoertjes uit de modem getrokken en aangesloten op andere apparaten.
#12 Zijn schoolwerk is een chaotische bende, je vraagt je af hoe hij dat ooit geleerd krijgt.
#13 Lage cijfers zijn er op om te halen.
#14 WhatsApps beantwoordt hij in één lettergreep of helemaal niet.
#15 Telefoongesprekken duren hooguit 15 seconden.
#16 Een knuffel of ander teken van genegenheid gaat altijd net iets te hardhandig.
#17 De lakens die je van het bed afhaalt moet niet aan een te grondige inspectie onderwerpen.
#18 Een opdracht voor een klusje in huis wordt altijd vergezeld van een hele waslijst aan bezwaren.
#19 Desondanks houden ze heel veel van hun moedertje.