Voor een niet fervent televisiekijker, zit Saskia deze dagen meer dan ooit voor de buis gekluisterd. Reden: de Olympische Spelen. Alle lessen die ze haar pubers wil leren komen langs.
De afgelopen dagen schiet ik van de ene emotie naar de andere terwijl ik naar de Olympische Spelen kijk. Ik zie bij het hoogspringen twee vrienden, Mutaz Essa Barshim en Gianmarco Tambiri, die op het sportveld elkaars concurrent zijn een gouden medaille delen. Ik zie atleet Sifan Hassan vallen, opstaan én winnen, schoonspringer Tom Daley breiend op de tribune zitten en daarna brons winnen, wielrenner Annemiek van Vleuten zich vergissen en herpakken.
Ik zie roeisters Marieke Keijser en Ilse Paulis op koers liggen voor goud, maar door een fout brons halen en na de teleurstelling en de fout bij zichzelf leggen toch blij zijn met hun derde plaats. En atleet Laurel Hubbard een hartje maken met haar handen nadat ze de halter in drie pogingen niet goed omhoog krijgt en viel vroegtijdig afvalt. Ze zei na afloop dat ze weet dat haar deelname met controverse gepaard gaat, ze is geboren als man en deed na haar transitie in 2013 mee aan wedstrijden als vrouw, maar ze voelt zich gehoord, gezien en gesteund, vandaar het hartje.
Hoopvolle generatie
En dit zijn nog maar een handvol van de bijzondere momenten die afgelopen dagen passeerden. En dan moeten de Paralympics nog beginnen, die ongetwijfeld ook voor mooie, emotionele kippenvel-momenten zullen zorgen. Het gebeurt niet vaak dat ik volschiet van een sportwedstrijd, maar ik zit toch maar mooi vaak met tranen in mijn ogen voor de televisie. Ook, of vooral, omdat het zo’n hoopvolle generatie is die daar staat.
Een generatie die zich in een coronajaar moest voorbereiden, wat niet makkelijk was. En die in Tokio met alle extra corona-maatregelen moet zien te dealen en daarnaast hopen dat ze zelf niet ziek worden. Het zijn niet de beste omstandigheden om je te focussen op misschien wel dé wedstrijd van je leven, maar zij doen het. Ze laten, naast een enorme dosis sportiviteit en doorzettingsvermogen, ook daadkracht en flexibiliteit zien. Ik word daar heel blij van.
Ongelimiteerd televisie kijken
De lessen die ik voorbij zie komen: respect hebben voor elkaar, doorzetten bij tegenslag, verlies incasseren, vallen en weer opstaan, winst vieren, er voor elkaar zijn, zijn de lessen die ik mijn pubers graag meegeef. En die ik dan ook zo vaak als ik kan aan ze vertel. Waarbij ze soms luisteren, maar vaak niet. Dan hebben ze geen zin in mijn ‘gepreek’. Ik herken dat, want ik dacht ook vaak als mijn ouders weer een van hun levenslessen vertelden: heb je ze weer. Ik luisterde veel liever naar mijn buurmeisje die tien jaar ouder was, naar de zus van een vriendinnetje, naar popsterren of sporters, kortom naar de generatie boven mij.
Ik merk dat mijn pubers dat ook doen, naar de generatie boven hen kijken. Ook tijdens deze spelen. Ze hebben de sportfragmenten die mij zo ontroerde ook gezien. En vinden het zowel mooi als belangrijk en bijzonder. Mijn levenslessen kan ik daarom wel even voor me houden. Mijn pubers mogen in plaats daarvan ongelimiteerd naar De Spelen kijken, ook ‘s nachts. Een betere leerschool is er immers niet.