Natuurlijk is het wenselijk dat pubers hun eigen kamer bijhouden en schoonmaken, zo ook de pubers van Saskia. Alleen heeft haar zoon niet bepaald zin om zijn kamer op te ruimen.
12.01 uur
De zoon houdt boos zijn to do-lijstje voor die dag voor mijn neus: staat daar echt kamer opruimen??
12.02
De zoon rolt met zijn ogen en vindt mijn voorstel om meteen te beginnen geen goed idee.
12.03
De zoon schudt beledigd zijn hoofd. Hoezo eerst schoonmaken anders geen zakgeld/telefoon/leuke dingen doen?
12.04
De zoon verklaart de oorlog.
12.05
De zoon wil verhuizen.
12.06
De zoon wil nieuwe ouders.
12.07
De zoon zegt dat hij zijn telefoon toch niet nodig heeft. En zijn zakgeld ook niet. En hij had toch geen leuke dingen gepland.
12.18
De zoon vraagt of hij even snel kan appen. En zijn mail checken. En iets posten over voetbal.
12.19
De zoon vindt het be-lach-e-lijk dat ik heb bepaald dat er geen telefoon is zolang er niet is opgeruimd.
12.39
De zoon vindt mijn preek over dat ‘als je het meteen doet, het meteen is gedaan’ de meest slechte preek ever.
12.49
De zoon vindt mijn preek over dat ‘als je je schouders eronder zet het ook niet lang hoeft te duren’ nog slechter dan die eerdere preek.
12.50
De zoon vraagt of hij nu even op zijn telefoon mag.
12.51
De zoon stamptvoet weg.
13.21
De zoon zegt dat hij eerst gaat eten en dan wel ziet of hij gaat opruimen.
13.59
De zoon zegt dat hij eerst televisie gaat kijken en dan wel ziet of hij gaat opruimen.
14.27
De zoon vraagt of hij straks kan afspreken.
14.28
De zoon zegt dat hij heus wel snapt dat hij moet opruimen.
14.36
De zoon zegt dat hij denkt dat hij dan maar eens gaat beginnen.
14.52
De zoon zegt dat hij zeker weet dat hij dan maar eens gaat beginnen.
15.02
De zoon zegt dat hij nu echt gaat beginnen.
15.03
De zoon vraagt wat hij moet doen.
15.05
De zoon snapt niet dat alle kleren op bed smijten niet hetzelfde is als opruimen.
15.15
De zoon heeft alle kleren in zijn kast gegooid en vraagt of hij klaar is.
15.16
De zoon zegt dat stofzuigen niet bij opruimen hoort. En alle boeken in de kast zetten ook niet. En dat zijn schoolspullen in een hoek van kamer horen. En dat hij alle spullen die in de keuken thuishoren straks wel naar beneden brengt.
15.17
De zoon zucht dat hij geen leven heeft.
15.18
De zoon klaagt dat niemand, maar echt niemand van zijn vrienden hun kamer hoeft op te ruimen.
15.20
De zoon vraagt hoe lang ik denk dat hij nog bezig is.
15.25
De zoon zegt dat hij klaar is.
15.27
De zoon vindt mijn argument dat je in vijf minuten niet opgeruimd kan hebben onzin.
15.28
De zoon zucht dat ik niet hoef te inspecteren, dat doet hij zelf wel.
15.41
De zoon vraagt waar de stofzuiger staat.
15.42
De zoon vraagt hoe de stofzuiger slang in de stang gaat.
15.43
De zoon vraagt of ik niet even kan stofzuigen. Dan kan hij even al zijn appjes lezen.
15.45
De zoon is driftig zijn kamer aan het zuigen.
15.56
De zoon vraagt wat hij met zijn vuile was moet doen.
15.57
De zoon vindt mijn sarcasme niet nodig.
16.08
De zoon vraagt wat hij met alle borden en bekers moet doen.
16.09
De zoon vindt ook nu mijn sarcasme niet nodig.
16.10
De zoon wil weten of alles onder het bed schuiven ook opruimen is.
16.11
De zoon vindt het be-lach-e-lijk dat hij al die borden en bekers he-le-maal naar de afwasmachine moet brengen, én erin moet zetten.
16.16
De zoon wil nu zijn telefoon.
16.17
De zoon vindt mij de ultieme dictator en zegt dat zijn bed verschonen echt niet nodig is.
16.57
De zoon heeft de strijd met de lakens en het dekbed gewonnen, maar vindt mijn woordkeuze echt heus niet grappig.
17.00
De zoon gaat zuchtend op de bank zitten en klaagt dat hij de hele dag aan het opruimen is geweest. En dat zijn dag dus verpest is. En dat hij 5 uur lang niet online is geweest. Of ik wel weet hoeveel berichtjes hij dan moet beantwoorden.
17.05
De zoon vraagt of we al gaan eten, want waarom schenk ik anders zo’n groot glas wijn in?