Met verbazing kijken we ‘s morgens naar onze pubers. Want op het moment dat ze wakker worden en hun hersens een beetje uitgerekt zijn, verschuift hun ritme van standje coma naar ‘Ís het al zó laat?’ en zijn er allerlei handelingen die ze dan in blinde paniek doen. Dat gaat soms goed. En soms niet.
- Een toets Duits leren die ze eigenlijk gisteravond zouden leren, maar toen waren er allemaal andere belangrijke zaken, zoals appen met vrienden en serie kijken. Maar geen paniek want nu is het 8 uur en hebben ze nog vijf minuten, dus die voldoende gaan ze zeker halen.
- Een mail doorsturen die NU ondertekend moet worden, want het is de laatste dag en anders kunnen ze niet mee met de talenreis. En of je meteen 350 euro kunt storten.
- Haren wassen, drogen, stylen, en ja, dat kunnen ze natúúrlijk in 1 minuut even snel doen.
- Gymkleren bij elkaar zoeken, want die in de gymtas zaten zijn nu echt wel heel vies en stinken ook omdat er ook een natte handdoek in de tas zat, en o ja, of wij niet even een leuke sportbroek hebben die ze even kunnen lenen.
- Een boekverslag van zes kantjes maken.
- Een green organic vegan raw chocolate ontbijt bowl maken, want ontbijten met een sneetje brood: wie doet dat nu nog?
- Sleutels zoeken, bankpas zoeken, kluispas zoeken, hoofd zoeken.
- Kleren wassen want die lievelingstrui willen ze vandaag aan. En nee, dus niet morgen. En als-ie nog nat is, maakt dat niet uit.
- Krantenwijk lopen, want dat waren ze gisteren een beetje vergeten.
- Stageplek regelen, dat hadden ze eigenlijk al twee maanden geleden moeten doen, maar als ze er nu nog een vinden, zijn ze nog op tijd.
- Push-ups maken, want ze willen een fit body, maar waren gisteren vergeten te trainen.
- Douchen, wat ze eigenlijk gisteren, of nee, eergisteren, of nee, die dag daarvoor al, zouden doen, maar nu is het zeg maar best wel nodig.
- Een TikTok-video maken, en daar kun je niet lang genoeg de tijd voor nemen.
- Hun kamer opruimen, want ze zijn best wel veel schriften kwijt, en ook die grafische rekenmachine en hun wiskundeboek.
- Hun winterkleren opzoeken, want hé, het is herfst, dus koud en dus ze hebben een pooljas nodig.
- Alle klasgenoten bellen om uit te vinden welke bus iedereen neemt.
- Whatsappen met weer een andere groep uit de klas om uit te vinden wie precies weet hoe laat de bussen gaan.
- Geld vragen voor: schoolfeest, ander feest, nog een ander feest, lunch, en ook lunch voor die en die want daar hadden ze de vorige keer geld van geleend.
- Op zoek naar hun slippers, want het is wel herfst, maar ze willen wel gewoon hun slippers aan.
- Hun telefoon opnieuw ‘inrichten’, want er was een update en nu is alles weg.
- Hun laptop opnieuw ‘inrichten’, want daar was óók al een up date.
- Ontdekken dat ze hun fiets nog ergens in de stad hebben laten staan.
- Hun Playstation activeren want er moet een spel worden geüpdatet en dan kan alleen nu, anders kunnen ze vanmiddag niet gamen.
- Een oplader vinden, die compleet is, en het doet, en de juiste aansluiting heeft, en niet in de knoop is, en de juiste kleur heeft.
- Lunch maken, of nee, laat maar, geen tijd meer voor. Ze eten wel iets uit de supermarkt.