Een puber met griep is ineens weer even kind. En ja, dat is stiekem heel hard genieten. Voor zolang als het duurt uiteraard. Maar nu ze toch ziek zijn, is het heerlijk dat ze het liefst even bij je op schoot willen zitten.
Puber met griep? Heerlijk!
En net als je denkt dat de griepgolf het land uit is, valt je puber eraan ten prooi. Hoestend en rillend stort hij in. Hij haalt nog net zijn bed. Je geeft een bakje drop en na vier uur zitten alle dropjes er nog in. Zijn mobiel ligt zomaar ergens, buiten handbereik. Zijn tv blijft uit. De puber moppert en klaagt niet, maar zucht droevig. Wat een geweldige verrassing! Want kijk, nu kun jij weer even voluit die lieve schat van een moeder zijn, die jij en hij al een tijdje misten. Of die je altijd wel wilde zijn, maar nooit echt geworden was. Zie hier een nieuwe kans.
Spuug en snot
Dus je bevoelt met een peinzende blik zijn voorhoofd, hanteert als een volleerd verpleegster de oorthermometer en belt school. Geen sprake van dat dit kind zijn bed verlaat. De komende dagen is-ie van jou. Weer even net als vroeger toen hij klein was, maar dan met jou in de glansrol van intens betrokken moeder. Eentje die nu eens niet moe is, urenlang met een vriendin belt of heel veel werk heeft liggen. Nee, een toegewijde mams die meeleeft met haar kind en die het leed van koorts, slijm, spuug, snot en pijn met een glimlach weet te verzachten.
Zoals je eigen moeder
Als je zelf ooit zo’n ultralieve moeder hebt gehad, dan ligt de lat hoog. Want je weet het nog precies. Hoe je met bonzend hoofd en zware ledematen onder de lakens lag, alles was raar en alles deed pijn. En dan haar voetstappen op de trap. Je hield je ogen dicht om er zo ziek mogelijk uit te zien. Pas wanneer ze het dienblad naast je neerzette en haar hand op je voorhoofd legde, keek je op. Een schaaltje vruchtjes uit blik. Een plak peperkoek met boter. Glas appelsap. De Donald Duck. Zij maakte van ziek zijn een feestje.
Lekker al die aandacht
Die slingers wil jij nu ook ophangen. Je snijdt appels in partjes, bakt tosti’s en sleept ongewone boodschappen aan. Je puber verbaast zich over plotselinge broodjes bapao en slikt dankbaar je paracetamol met aardbeiensmaak. Zijn bakje drop blijft onaangeroerd en hij hoest ijlend om water. Je neemt nog een keer zijn temperatuur op. Gewoon omdat het kan. Jullie vinden het heerlijk, al die aandacht. Niks wat je zegt, is stom. En de puber vertelt je zomaar wat flarden uit zijn leven. Als je terugkomt van een flitsbezoek aan de supermarkt, piept hij dat je voor zijn gevoel heel lang weg was. Als in: hij heeft je gemist!
Appeltje schillen
Je huis is nu ook heel anders. Het is er muisstil. De woonkamer oogt alsof er net is opgeruimd. En dat urenlang. Het is bijna eng. Op het aanrecht staat alles op zijn plek. Nergens liggen kruimels. De koelkast ligt vol en de voorraad brood lijkt eindeloos. Er komen geen vrienden aan de deur. Je bent gelijk aan de beurt voor de badkamerspiegel. En als je de schemerige puberkamer in gluurt, hoor je: “Hoi mam. Mag ik nog een appeltje?”
En weer beter
Geniet ervan, lieve pubermoeder. Schil die appel met een lied in je hart! Koester elk moment, want pubers zijn zo verdomd veerkrachtig. Echt ziek zijn ze meestal maar een paar uur. Enkele dagen hooguit, zijn je gegeven. Voor je het weet, praat je weer tegen een hand-met-mobiel. Gillen sirenes van politieachtervolgingen door de kamer en maken rappers er weer de dienst uit. Ben jij weer degene die er irritant doorheen zeurt, is alles wat je te eten aanbiedt gewoon weer goor en mag je intussen wel portiertje spelen voor zijn vrienden. Waarop je hem toebitst dat je wel wat anders te doen hebt. Sneller dan je lief is, pakt je puber ook de discussie over huiswerk maken versus chillen met vrienden weer op. Dan weet je zeker: hij is weer beter.
Volgende keer misschien toch een selfie maken van jezelf met de patiënt. Als bewijs dat die voortreffelijke moeder met haar voorbeeldige kind dus wel degelijk bestaan.