Dolenthousiast werd Isabelle de hockeycoach van het team van haar puberdochter. En nog dertien andere pubermeisjes. Maar het ging niet heel goed. Na verpletterende uitslagen van met dubbele cijfers voor de tegenstander, besloot Isabelle dat het roer om moest.
Levensmoeheid
Een reden waarom het coachen het pubermeidenhockeyteam loodzwaar is, is het continue aanwezige lage energielevel bij meisjes van 13 à 14 jaar op zaterdagochtend. Sjokkend komen ze het veld op. Alsof ze cold turkey van de RedBull moeten afkicken. Hockey is nu een ‘ohjadatvondikooitleuknumoetikrennenenmijnbestdoen’ activiteit geworden. En helemaal als je in de C4 zit en er niks op het spel staat behalve je eer… O k, soms dan, bij tegenstanders met een nog ergere attitude of als er wat mannelijke snack-wezens komen kijken. Iedere dame vraagt al vóór het bekend maken van de opstelling al gewisseld te mogen worden. Met veertien teamleden kan dat vier keer, heb ik snel berekend. Zo kunnen ze namelijk op de bank de laatste veroveringen delen, evenals roddels, vette fissa’s, ‘ikwilduszonietmeerhockeyen’-teksten of het bashen van de tegenstander.
Ze luisteren niet per se naar je
En dragen de meiden geen verantwoordelijkheid met betrekking tot hun materiaal. Menig meisje is voor de wedstrijd of de stick kwijt, of haar bitje. Hierdoor spelen we soms met vaak met negen of tien man, met als gevolg dat we afgedroogd worden door de tegenstander. Er komen wel eens vriendjes langs en wordt er tijdens de rust keihard getongd in plaats van in de dug out naar mijn aanwijzingen te luisteren.
Tenslotte is er die blik van je dochter de hele terugreis, die getuigt van steeds minder respect. Er zijn minder redenen nodig om aan de drank te gaan. En zo ging het keer op keer. Ik hoorde mezelf week in week uit jezelf tetteren dat mensen moeten afzakken, doorpakken, aanvallen of gewoon harder rennen. Maar ik kan mijn aan obesitas lijdende domme kater beter vooruitbranden dan dit team puberale onwil.
Tips van Louis van Gaal
Na wedstrijden met legendarische eindstanden van 10-0 tegen en soortgelijke cijfers, moest ik het coachen anders gaan doen, vond ik. Het werd tijd voor verandering. Dus voor de volgende wedstrijd had ik wat filmpjes van Louis van Gaal bekeken. Ik had als doel gesteld dat iedereen in het team hockey weer leuk moet vinden, dus maakte ik het leuk. Met elkaar, voor elkaar. Ik sprak een op een met de meiden. En gaf een ieder een taak. Klaar. Ik ben geen leuke chille op sneakers hupperdepup-yellende moeder meer. Ik ben degene die met jullie naar een winst wil gaan óf een minimaal verlies. Structuur. Kaders. Mokkend werd er naar mij geluisterd. Ik negeerde de rollende ogen en hangende schouders.
Het werd dus zowaar een echte fijne wedstrijd. Er kwam energie. Het was een team. Er kwamen er echte sporters los. We hebben op wat lulligheden na, beter gepresteerd dan ooit : maar 4-2 verlies. Ze keken met dikke blosjes op de wangen elkaar aan. Er waren High Fives en er was enthousiasme losgekomen. Zouden we het toch best wel kunnen? Ik keek naar mijn dochter. Zou zij nu ook enorm enthousiast zijn? Trots?
‘Nou mam, we hebben nog steeds heel erg verloren en je was heel a-relaxt. Vind je het coachen wel leuk? Anders moet je een andere moeder vragen…’ Duidelijk. GAME OVER.