In Engeland is groot alarm geslagen, want kinderen kunnen niet meer klokkijken. Althans niet meer op een analoge klok, je weet wel: zo’n ding met wijzers. Maar pubers vinden wel meer dingen moeilijk, die voor ons heel gewoon zijn.
- Een scheur in een kledingstuk repareren.
“Naald en draad, wat is dat?” - Op een enveloppe een adres schrijven, zorgen dat de postzegel op de goede plek terecht komt en daarna naar de brievenbus gaan.
“Dit is wel heel oldskool.” - Een kaartje kopen bij de kassa van de bioscoop.
“Dat durf ik niet hoor. Wil jij dat even doen?” - Soep opwarmen zonder magnetron.
“OMG, in een pánnetje?” - De tent opzetten.
‘Die langwerpige dingen, moeten die in de grónd?’ - Een luchtbed opblazen met een pomp die niet elektrisch is.
“Wacht, wat? Met mijn mond???” - Het hele idee alleen al dat je op een camping zit zonder stroom, dus zonder koelkast en oplaadmogelijkheden voor bepaalde apparaten.
“Hoe moet ik dan mijn haar föhnen?” - Een flesje bier openmaken met een aansteker.
(Oké, dat hoeven ze ook niet te kunnen.) - Een blik soep openmaken met een blikopener.
“Mam, er zit geen lipje aan dat blik, zo krijgen we toch nooit open?” - De was ophangen.
“We hebben toch een droger?” - Pannenkoeken bakken zónder kant- en klare pannenkoekmix.
“Melk? Eieren? Meel? Eh…” - Aardappelen schillen.
“Eten we geen pasta, dan?” - Een band plakken.
“Mag ik geld voor de fietsenmaker, mam?” - Groenten wassen.
“Die komen toch uit een zakje van Albert Heijn?” - De afwas doen met een teiltje, theedoek en afwasborstel.
“Met mijn handen? En afwasmiddel? Hoe dan?” - Uitrekenen of je gemiddeld nog voldoende staat met een rekenmachine.
“Het staat gewoon op Magister, hoor.” - De wekker zetten op de wekkerradio.
“Dat kan toch ook op mijn telefoon? Hoezo mag ik die niet mee naar mijn slaapkamer?” - Een foto nemen met een fotocamera.
“Hoe moet ik scherpstellen? Waar is het touchscreen?” - Een LP opzetten.
“Cool, we kunnen scratchen!” - Tafelvoetballen.
“Fifa is echt veel leuker.” - Verloren raken in een boek, zonder afgeleid te worden door de telefoon.
“Lezen? 200 bladzijden? Haha. Maar nee.” - Een liefdesbrief schrijven.
“Je kunt toch gewoon een snap sturen?” - Je aantekeningen voor school netjes in een schrift schrijven en daar heel zuinig op zijn. “Ik vraag gewoon in de groepsapp van de klas of iemand even een foto van zijn aantekeningen stuurt. Dat is veel makkelijker.”
- Op een papieren plattegrond de weg zoeken.
“Maar ik heb toch Google Maps?” - Een afspraak maken zonder de opties open te houden of te laat te komen.
“Ik kan toch gewoon afzeggen met een appje?”