Ouders staan er om bekend om in herhaling te vallen. We moeten wel, want pas als we iets 386 keer naar de hoofden van onze pubers hebben geschreeuwd lijken ze het te horen. Denken we. Hopen we.
De opmerkingen die bij ons in ieder geval op repeat staan, en waarvan we er minimaal al tien deze ochtend hebben geroepen, zijn:’
- ‘Is je huiswerk af?’
- ‘Ik zag op Magister…’
- ‘Omdat ik het zeg!’
- ‘Je mag geen pak koek mee naar je kamer, we gaan zo eten.’
- ‘Koek? Je hebt net gegeten!’
- ‘En wie denk jij wel dat je bent?’
- ‘En wat zeg je dan?’
- ‘Sorry?’
- ‘Het maakt me niet uit wie er begon.’
- ‘Staat er een bordje taxi op mijn auto?’
- ‘Eten doe je zonder telefoon.’
- ‘Mond dicht en eten.’
- ‘Wat ja? Ja mama.’
- ‘Wat nee? Nee papa.’
- ‘Wacht maar…’
- ‘Wie betaalt bepaalt.’
- ‘Toen ik jouw leeftijd had…’
- ‘Vraag maar aan je moeder.’
- ‘Ga maar naar je vader.’
- ‘Nee is nee.’
- ‘Ja is ja.’
- ‘Pizza is geen ontbijt.’
- ‘Op een dag verlies je je hoofd nog.’
- ‘Niet met je schoenen op de bank.’
- ‘Staat en een bordje pinautomaat boven mijn hoofd?’
- ‘Zit er soms prut in je ogen?’
- ‘Heb je bananen in je oren?’
- ‘Licht uit als je de kamer uitloopt.’
- ‘Wacht je tot die vieze kleren zelf naar de wasmand lopen?’
- ‘Iedereen mag dat? Maar jij bent niet iedereen.’
- ‘Zie jij een geldboom in onze tuin?’
- ‘Laatste waarschuwing!’
- ‘Dit is echt de allerlaatste waarschuwing!’
- ‘Waar je gymspullen zijn? Ik heb ze niet aan gehad, hè.’
- ‘Zoeken is iets optillen.’
- ‘Praat ik soms Chinees?’
- ‘Ik heb niet met je op school gezeten.’
- ‘Morgen word je wakker met vierkante ogen.’
- ‘Dat doe je maar als je op jezelf woont.’
- ‘Dan máák je maar zin.’
- ‘Wat heb ik nou gezegd?’
- ‘Je moest eens weten wat ik allemaal wil.’
- ‘Mijn huis, mijn regels.’
- ‘Hoe vaak moet ik dit nog zeggen?’
- ‘Ik hou van jou? Wat heb je nodig?’