Niet dat ze kamperen haat, maar Martine vindt het leven op de camping toch een stuk ingewikkelder dan thuis. Met name de ochtenden zijn echt niet om door te komen.
06.48 Buurman! Het is vakantie. Geef dat kind een iPad. Dan kan ik gewoon lekker verder slapen
07.03 Buurman! Onderhandelen werkt niet als een tweejarige het ‘s morgens op een krijsen zet.
07.28 Hij hier naast mij hoort het natuurlijk niet. Heeft weer zijn oordoppen in.
7.35 Maar even verder in Saskia Noort dan maar
7.35 Waar is mijn bril nou weer
7.35 Shit, ik lag erop. Zal er een opticien zijn in het dorp?
7.36 Er maar uit dan. Ik moet toch plassen.
7.37 Zal ik dan naar de bakker, of zal ik eerst een kop koffie maken?
7.38 Eerst plassen. Douchen doe ik zo wel
7.50 Hoezo wordt er nu schoongemaakt? Moet ik helemaal naar het andere toilethok lopen.
7.58 Hee, hier is geen WC-papier
8.10 Haaai buurvrouw. Zooo, nu al op? Was gezellig gisteren zeker he. Met je vrienden. En met je bluetoothspeaker. Jammer dat we een paar keer moesten vragen of het wat stiller kon. Althans ik, want die naast mij had zijn oordoppen in.
8.20 Godver, wie heeft de lucifers nou vannacht op tafel laten liggen. Ze zijn zeiknat.
8.21 We hadden ergens een aansteker.
8.27 Wat komt er nu weer voorbijgelopen? Als ik zo dik was, zou ik toch echt een badjas meenemen op vakantie.
8.35 Kijk, daar gaat die lekkere vent weer
8.40 O ja, ik was de aansteker aan het zoeken. Hebbes! Hij ligt op de plek waar ik hem zelf heb neergelegd. In het tentzakje. ‘Sorry schat, ga maar weer slapen’
8.43 Kut, de koffie is op. Toch maar eerst wel naar de winkel.
8.50 Pfff, wát een rij.
9.05 O nee, is dat niet dinges van het schoolplein? Waarom moet die nou uitgerekend hier zijn? Nee, we gaan vanavond niet met ze borrelen. Hij is zo’n gladjanus.
9.07 F*ck. Ze heeft me gezien.
9.08 ‘Haaai, ja zooo grappig. Jullie hier. Sinds wanneer? Hoe zijn jullie dan gereden? Ja we hebben ook in die file gestaan. Raar dat ik jullie nog niet heb gezien. Komen jullie vanavond borrelen?’
9.10 O shit, ik heb mijn pyjama nog aan. En ik heb mijn tanden niet gepoetst en niet gedoucht. Als ik hier nou niemand kende…
9.34 ‘Quatre croissants et une baguette s’il vous plaît’.
Of zal ik ook chocoladebroodjes voor ze kopen?
9.40 Zal ik ze wakker maken? De broodjes zijn nu nog warm.
9.41 Hee, de tent is leeg. Ze zullen toch niet de hele nacht weg zijn geweest.
9.42 O gelukkig ze waren alleen maar plassen.
9.43 ‘Nee, niet gezellig samen ontbijten? Je wilt nog slapen? Ok.’
9.45 Even vragen of die ene met die oordoppen wel een eitje en een croissantje wil.
9.48 Hehe, koffie, krantje, heerlijk. Even de krant downloaden. Waar is die @#&\\! Wifi nou weer gebleven.
9.51 Komt er echt niemand ontbijten? ‘HALLOOO’
9.53 Hee, daar is iemand.
9.55 ‘Schat, wil jij even naar de receptie lopen om de krant te downloaden?’
9.57 ‘O, je wilt eerst douchen’
10.03 Ik moet hier altijd alles doen.
10.13 Wat een tráge WiFi. Shit, de eieren zijn nu te hard gekookt
10.20 Nou, dan maar gezellig met z’n tweeën. Beter dan met twee van die chagrijnen aan tafel
10.21 Lekker dan, gaat hij op de iPad de krant lezen. Dan Saskia Noort maar weer.
10.26 Uit. Even denken of ik er wat van moet vinden. Mwah. Het is niet echt een kutboek.
10.34 ‘Jongens kom nou uit bed, wij eten de croissantjes op hoor’
10.36 Wát een lucht hangt er in die tent.
10.38 Geen ontbijt? ja doei! Ik ga afruimen.
10.45 Koffie. Rookte ik nog maar.
10.50 ‘Ja, ben je klaar met de krant?’
11.03 Nu sta ik alweer af te wassen, daar hadden we toch echt andere afspraken over gemaakt
11.15 Kan ik nu eindelijk gaan douchen?
11.20 Hoezo moet ik wachten voor de douche? Het is half twaalf!
11.30 Was ik maar bijziend, dan zag ik de haren in het putje niet
11.31 Wie heeft $#% de shampoo nou weer uit mijn toilettas gehaald
11.35 Natúúrlijk valt mijn onderbroek
12.03 Ik moet dringend een borrel. Wanneer is het lunchtijd?