Jeanette heeft heimwee naar de tijd dat haar zoon nog klein was. Maar geniet ook van de mooie kanten van het puberouderschap.
Als we toevallig samen in de badkamer staan om onze tanden te poetsen, zie ik in de spiegel dat je een kop boven me uitsteekt. Jij ziet het ook en geeft me een por en lacht: ‘Hè, kleintje!’ Hoe kan het dat je hier nu staat, bijna volwassen al? Donshaartjes op je bovenlip, gewoon echt geen klein jongetje meer. Het is net of ik een paar slagen heb gemist. Nu we hier zo staan vult mijn hart zich met liefde en is dat puberale gedoe even heel ver weg.
Losmaken
Want het kan best lastig zijn de laatste tijd. Je maakt je los, vooral van mij. Juist omdat we vroeger zo close waren, moet je meer kracht zetten om los te komen. Regelmatig krijg ik een geïrriteerd ‘Maham!’ als ik dingen vraag of rol je met je ogen als ik iets wil weten wat jij liever voor jezelf houdt. En dan moet ik toch even slikken want ik wil gewoon contact.
Langzaam maar zeker is een groot deel van je leven zich af gaan spelen buiten mijn gezichtsveld. Je hebt een baan, reist met vrienden het hele land door en stapt overal op af. De moederkloek in mij heeft het daar soms moeilijk mee. Zij wil je nog zo graag vasthouden en alle kreukels van het leven voor je wegstrijken. Maar daar zit jij helemaal niet op te wachten. Jij kiest je eigen weg langs die kreukels en lost de problemen die je tegenkomt, zelf op. Ik zie hoe leuk je bent met je vrienden, hoor je lachen op je kamer als je verwikkeld bent in een of ander online gebeuren waar ik de weg niet ken.
Loslaten
Je wordt groot en ik durf je steeds meer los te laten, sus de noodscenario’s in mijn hoofd als je te laat thuiskomt en je telefoon niet opneemt. Langzaam groei ik in mijn nieuwe rol als vangnet op afstand en geniet van de vrijheid die daarbij komt. Geen oppas meer regelen voor avondjes weg en veel meer tijd voor mezelf.
Hoe lekker dat ook is, ik wil niet dat we te los raken van elkaar. Daarom probeer ik momenten te creëren dat we samen zijn.
Ik ben er inmiddels achter dat dat het best werkt als het er niet te dik op ligt. Je af en toe eens met de auto ergens heen brengen, even lunchen of iets kijken waarvan ik weet dat jij het leuk vindt met een zak van je lievelingschips. De momenten dat we echt contact hebben, koester ik. Zoals laatst toen we samen stonden te koken en keihard mee stonden te blèren met een nummer Nirvana, dat terloopse gesprek in de auto en toen we dubbel lagen om flauwe YouTube filmpjes.
Heimwee
Soms heb ik heimwee naar de tijd dat ik je naar bed bracht, we knus de dag doornamen en met een dikke knuffel afsloten. Tegenwoordig ga ik veel eerder slapen dan jij en roep ik door je slaapkamerdeur. ‘Welterusten lieverd’ en moet ik het op de beste dagen doen met een ‘welterusten mam!’. Als ik je nu een knuffel wil geven moet ik die heel zorgvuldig timen want meestal zit je daar helemaal niet op te wachten. En dan sta ik daar met al mijn liefde. En dat is natuurlijk goed. Het zou ongezond zijn als je nog zo vast aan me zou zitten als toen. Maar het gaat me soms even te hard.
Dan denk ik: waar is dat jongetje gebleven dat zo ontzettend verlegen kon zijn? Dat kind dat bij me wegkroop als er vreemde volwassenen in de buurt kwamen? Dat kleine ventje dat me zo keihard nodig had? Als ik nog twee keer met mijn ogen knipper ben je de deur uit. Kan ik de tijd niet bevriezen zodat ik je nog even bij me kan houden?