Voor Martine is Gen Z haar favoriete generatie. Kritisch, zelfbewust en handig met AI, maar daardoor weten ze echt nog niet alles. Ze testte het in haar klas op het mbo.
‘Zal ik de ultieme boomertest met jullie doen? vroeg ik mijn klas. Ik zette op het digibord een ingezoomde foto van een videoband—zonder context. Ze mochten raden wat het was.
‘Een cassettebandje!’, riepen een paar.
‘Maar huh, je kunt er niet met een potlood in draaien’, merkte een ander op.
‘Hoe groot is het, mevrouw?’
Ik gaf met mijn handen de grootte aan.
Eindelijk riep iemand: ‘Een VHS-videoband!’ Dat was wel heel specifiek. Hoe hij het wist?
‘Ja mevrouw, ik heb een foto gemaakt en die door Google gehaald.’
Valsspelen
Noem het valsspelen, noem het slim—ik noem het vooral heel erg Gen Z. Omdat ze geen wereld kennen zonder internet en al hun hele puberleven rondlopen met een telefoon op zak, die allesomvattende encyclopedie, waardoor ze alles (denken) te weten. Kennis overdragen voelt daardoor soms als een wanhopige exercitie. Je vertelt Gen Z—en straks ook Generatie Alpha—bijna nooit iets nieuws. Hierdoor komt een klas vol Gen Z’ers vaak over als een stel arrogante betweters.
Maar verplaats je eens in hen. Want, waarom woordjes stampen als je Google Translate hebt? Waarom leren spellen als ChatGPT je tekst ook kan corrigeren? Waarom iets uit je hoofd uitrekenen als Excel het gewoon voor je doet?
Domme vragen
Eerlijk is eerlijk: dat zijn geen domme vragen. We kunnen niet meer wegkomen met antwoorden als ‘Dat moet je weten voor je examen.’ De vraag ‘waarom’ je iets moet leren is voor hun superrelevant. Leerlingen en studenten zijn zich er namelijk van bewust dat ze hun hersenen niet echt trainen, dat wordt immers al voor ze gedaan. Vraag maar eens in de klas naar het begrip brainrot, de door TikTok veroorzaakte verslaving aan constante prikkels.
Ze weten zelf ook echt wel dat hun aandachtsspanne ultrakort is, en dat ze moeite hebben om diepgaande concentratie op te bouwen. We weten allemaal: een boek lezen is tegenwoordig bijna topsport. Dus moeten we het puberbrein op een andere manier trainen. Dat vergt van ons als leraren ook een andere mindset. Als docent ben je niet langer de alwetende, maar eerder een coach die vragen stelt over hoe een leerling een probleem heeft aangepakt. Jij begrijpt de context door ervaring en kennis, terwijl de leerling die vaak mist.
Vragen stellen
Hoe je daarachter komt? Door vragen te blijven stellen, zeker als je (bijna) zeker weet dat AI-tools zijn ingezet voor het schoolwerk en zijn hersenen dus niet echt aan het werk heeft gezet. Vraag je leerling hoe die het vraagstuk heeft aangepakt: ‘Waarom denk je dat dit zo is?’ Vaak kom je er dan achter dat de output prima is, maar dat de leerling eigenlijk geen idee heeft waar hij het over heeft. Met jouw kennis van de context en jouw ervaring kun je daarop doorvragen. En daarop gaan de puberhersenen pas echt aan het werk.
‘Waarom moeten we dit weten?’
Maar dat gaat niet altijd goed. Want ik vroeg die slimme leerling wat een VHS-videoband precies was. Hij mompelde iets over dat je er films op kon zien. Ik vroeg door: hoe dacht hij dat het werkte? Hij gokte dat het iets met een tape was, met losse beeldjes, die je in een apparaat stopte.
Voor mij het perfecte moment om te vertellen over de videotheek en hoe je in de jaren negentig soms wel een uur bezig was om een film uit te zoeken. Waarna een kort college volgde over filmklassiekers. Totdat een andere student zijn vinger opstak en vroeg:
‘Waarom moeten we dit weten?’
***
Saskia en Martine, oprichters van Tis Hier Geen Hotel, staan voor de klas in het mbo. Daardoor is Generatie Z hun favoriete generatie. Ze geven onder meer op scholen en instellingen lezingen over de Wereld van Gen Z.