Over wat de Netflix-serie Adolescense betekent voor de band tussen vaders en zonen, is veel gediscussieerd. Maar wat betekent het voor moeders? Heb je als moeder ook goed zicht op de online wereld waarin je puber zich bevindt?
Adolescence, de serie op Netflix kan bijna niemand zijn ontgaan, zoveel werd er over gediscussieerd. De serie laat zien hoe ruzies onder pubers, vaak online, uit de hand kunnen lopen. De dertienjarige Jamie glijdt langzaam maar zeker af, zijn vader Eddie komt pas in beweging als het eigenlijk te laat is.
De tweede aflevering van de serie draait om Alison, de moeder van Jamie. Zij voelde al veel eerder aan dat er iets mis was. En ving signalen op, maar kon niet doordringen tot haar zoon. En dus is de grote vraag: hoe voorkom je als ouders écht dat je puberkind online verdwaalt? Niet met één ouder die alles probeert te redden. Maar door het samen te doen.
Moeders ruiken het eerst, maar worden vaak genegeerd
Je kent het wel: je zoon komt thuis, smijt z’n tas in een hoek, zet z’n capuchon op en trekt zich terug in zijn digitale bubbel. Jij voelt: hier klopt iets niet. Je vraagt: “Gaat het?” Reactie: schouders. Mompels. De blik die via het scherm de keuken uitglijdt.
Welkom in het moederuniversum van puberzonen. Jij voelt alles. Hij zegt niks. En dat is ook wat we in Adolescence zien. Moeder Alison probeert verbinding te maken, maar haar woorden glijden af op de pantsering van haar zoon. Ze is geen afwezige ouder, ze is een ouder die op een muur botst. Een muur van algoritmes, stilzwijgende vaders en niet-gestelde vragen.
Pubers loslaten
En dan begint het loslaten. Niet omdat je wilt. Maar omdat je niet weet wat je anders moet. Je zoon maakt zich los, want dat hoort zo. Althans: dat denkt hij. Meisjes zoeken houvast bij anderen. Jongens proberen het alleen te rooien. En jij, als moeder, bent ineens te veel. Te dichtbij. Te gevoelig. Te zacht. Terwijl jij hem jarenlang hebt gedragen, gekoesterd, begrensd, begeleid. En nu: out of the loop. Terwijl je ziet dat hij zich vastbijt in online verhalen over kracht, dominantie en winnen. Verhalen waarin vrouwen dom of gevaarlijk zijn. Of beide.
Hechting is geen babywoord
De band die je met je kind hebt, bepaalt hoe hij zich later tot de wereld verhoudt. Maar die band is niet iets dat je als moeder in de peutertijd aanlegt en daarna afvinkt. Hechting blijft bewegen. Juist in de puberteit kun je opnieuw bijsturen. Blijf dus staan. Ook als hij je wegduwt. Ook als hij niks zegt. Ook als je voelt dat je liever wegrent. Zeg: “Ik ben er. Ook als je nu niks wil.” En ja, dat is een les in afwijzing. Maar vaak test je kind alleen maar: blijf jij?
Puberdochter
En je dochter dan?, zul je je misschien afvragen. Die verdwijnt misschien niet in de manosphere, maar wel in de filters, de fitgirls, de food-angst en de eindeloze TikToks die haar vertellen dat ze beter, slanker, gladder moet zijn. Zij kijkt naar jou. Naar hoe jij over jezelf praat. Of je je blouse met tegenzin aantrekt. Of je je benen keurt in de spiegel. En ze kijkt naar haar vader. Hoe hij over vrouwen praat. Hoe hij naar vrouwen kijkt. Hoe hij naar haar kijkt. Dus ook bij dochters geldt: ouderschap is geen eenmansmissie. Het is teamwerk. En goed voorbeeld.
Alleen pubers opvoeden
Je kunt het niet alleen, maar veel moeders doen het toch. Omdat ze moeten. Omdat de vader afwezig is. Of passief. Of gewoon niet weet hoe. Dus springen zij in dat gat. Jij regelt, voelt, organiseert, stelt grenzen, veegt tranen weg en detecteert elke sfeerwisseling in huis voordat iemand anders iets merkt. Maar je raakt daardoor uitgeput. En dat is niet de bedoeling.
Daarbij, pubers hebben ook vaders nodig. Niet als bonus. Als basis. Als jij de binnenwereld van je kind bewaakt, moet hij de buitenwereld meedragen. Grenzen, voorbeeld, aanwezigheid. En andersom: als moeder moet je ook af en toe mogen zeggen: ‘Doe jij dit even. Ik ben moe.’
Wat kun je dan doen?
Niet alles tegelijk. Begin met iets kleins. Vraag je partner: wat zie jij? Wat voel jij? Kijk samen naar je kind. Laat stiltes vallen. Zeg: ‘Ik weet het ook even niet.’ Laat dat de basis zijn. Geen perfecte antwoorden. Wel gezamenlijke aanwezigheid. Want je kind hoeft geen perfecte ouders. Die zijn toch niet te vertrouwen. Hij heeft ouders nodig die blijven. Die elkaar helpen. En op tijd iets zeggen. Zoals Adolescence ons leert: het begint niet met een preek. Het begint bij: zitten. Kijken. Vragen. Blijven. Samen. In plaats van alleen.
Disclaimer: We snappen dat niet iedereen samen zijn of haar puber(s) opvoedt. Over alleen je puber opvoeden komt binnenkort ook een artikel.