Als pubers met een onvoldoende thuiskomen, hebben ze allerlei argumenten om jou ervan te overtuigen dat die onvoldoende echt niet komt doordat zij geen zin of tijd hadden om te leren.
#1 ‘Ik had het weekend echt geen tijd om te leren.’
#2 ‘Ik kon niet leren omdat ik van jou mijn kamer moest opruimen.’
#3 ‘Iemand zei tegen mij dat mijn linker wenkbrauw scheef is en daardoor was ik zo van slag dat ik me niet kon concentreren.’
#4 ‘Ze vroegen allemaal dingen die níet in mijn boek stonden.’
#5 ‘Hoezo alles op het laatste moment? Kwart over elf ‘s avonds is toch niet laat?’
#6 ‘Kan ik er wat aan doen dat het zo fokking veel was?’
#7 ‘Ik was moe.’
#8 ‘Zeker 90% van de klas had een onvoldoende.’
#9 ‘Die leraar heeft gewoon de pik op onze klas, en hij straft ons gewoon met een heel moeilijke toets, omdat hij vindt dat wij zo vervelend zijn.’
#10 ‘Echt die vrouw van Engels is zó stom, voor haar ga ik echt niks doen.’
#11 ‘Ik zie echt het nut niet in van woordjes leren.’
#12 ‘Hoezo moet ik weten hoe je een lijnvergelijking maakt? Dat heb ik later echt niet nodig hoor.’
#13 ‘Zo stom, iederéén in de klas had een onvoldoende.’
#14 ‘In de klassenapp stond niet wat we moesten leren.’
#15 ‘Zo flauw, niemand wilde de aantekeningen naar mij appen.’
#16 ‘Ik was mijn boek kwijt.’
#17 ‘Ik was mijn boek niet kwijt, maar vergeten waar het ook alweer lag.’
#18 ‘Ik kon me niet concentreren omdat ik van jou niet met mijn telefoon erbij mag leren en dan mis ik van alles en daar word ik onrustig van.’
#19 ‘Aan de keukentafel leer ik veel beter, maar dat mag niet van jou.
#20 ‘Tijdens het proefwerk moest ik naast iemand zitten die altíjd met haar voet tikt en daar werd ik heel nerveus van.’
#21 ‘Zo achterlijk, op de achterkant van het blaadje stonden ook nog opgaven. Echt, je gaat toch niet op de achterkant kijken?’
#22 ‘Ik mag het toch opnieuw doen.’
#23 ‘Maar maak je verder geen zorgen hoor. Als ik nu nog een 8,5 haal dan sta ik gewoon weer een voldoende.’
#24 De hele school had deze toets slecht gemaakt.’
#25 We mochten niet op onze laptop, maar moesten schrijven en dat lukte gewoon niet.’
#26 ‘Ik wist niet dat we die toets hadden.’
#27 ‘Het telt toch maar één keer mee.’
#28 De vragen klopte helemaal niet bij de hoofdstukken die we moesten leren.’
#29 Ze vroegen héél andere dingen.’