Laat onze pubers maar zuchten dat het fucked up is als je iemand leuk vindt, maar niet weet of het wederzijds is. Maakt op ons geen indruk. Want als je in de jaren tachtig iets wilde met iemand, dan was dat echt honderd keer ingewikkelder dan nu. Dat sommige mensen ooit nog de ware hebben gevonden, mag dus een wonder heten.
- Om te beginnen had je een schoolagenda van papier. Als je een naam (de naam, zíjn naam) met veel hartjes in je agenda tekende en het ging na twee dagen uit, stond die naam daar gewoon nog het hele schooljaar.
- Of je verpestte je agenda – een scrapbook avant la lettre – met vies dik pengekras. Onwijs balen.
- Als je zijn naam daarom maar níet in je agenda schreef, deed een grappige vriendin dat wel. Wat natuurlijk door een lollige klasgenoot werd ontdekt.
- Nog zoiets: je kon niet appen. Urgente liefdesupdates deed je via briefjes. Uiterst tricky.
- Maar je beste vriendin moest toch per direct weten dat H.!!! in de pauze naast jou stond bij de chocomelautomaat! En dat toen van de zenuwen jouw kwartje viel!!
- Zulk nieuws krabbelde je tijdens de les op een strookje papier, dat je uit je schrift scheurde. Vier keer vouwen en gooien maar.
- Soms ving zij zo’n briefje behendig op. Meestal niet en dan moest je met verhit hoofd afwachten wat het noodlot voor je in petto had.
- Als je geluk had, gaf de leerling naast haar het briefje netjes door.
- Of een vermoeide docent wierp het zuchtend in de prullenbak.
- Had je pech, dan boog de klier van de klas zich grijnzend over jouw post.
- Op echt zwarte dagen eiste een docent je briefgeheim op en las het –tot groot vermaak van de klas- luid en duidelijk voor.
- En de absolute hel: dat je voor de klas moest komen om voor te lezen dat H.!!! dus in de pauze naast jou stond bij de chocomelautomaat! En dat van de zenuwen jouw kwartje viel!!
- Het onderwerp van je liefde kon je dus alleen met zijn voorletter aanduiden. Met alle misverstanden van dien.
- Vriendin: ‘Huh, sinds wanneer ben jij op Harold???’ Terwijl jij natuurlijk Henry bedoelde. Of Huub.
- Harm-Jan?
- Nee-hee: Hessel. Met z’n Honda MT5. Maar je was wel gek om dat op een briefje te zetten!
- Dan de toenadering. Die geschiedde volledig offline. Je kon langs zijn huis fietsen. Of je kon voorbij lopen. Hopende dat hij toevallig net naar buiten stapte. Bij de Lotto had je een grotere winkans. Maar je moest toch wat.
- Bellen kon natuurlijk ook. Als je durfde.
- Meestal durfde je niet. Uiteindelijk deed je het toch, in een vreselijk melige bui met je beste vriendin. Dan had je drie opties.
- Optie Een: Er werd niet opgenomen. Dan gingen jullie nog maar een keer de hond uitlaten. Op het veldje tegenover zijn huis.
- Optie Twee: Er werd opgenomen! Ja! Door zijn moeder. Die zou zeggen dat jij gebeld had. Waarna je je dagen, zo niet wekenlang afvroeg of ze dat ook echt gedaan had. Waarom bleef hij doen alsof ie je niet zag?
- Optie Drie: HIJ NAM ZELF OP! Je kreeg zowat een hartverlamming, je vriendin lag prompt in een deuk en jij gooide in paniek de hoorn erop. Einde gesprek.
- Je kon natuurlijk ook gebeld worden. Maar hoe wist je of hij jou misschien had gebeld? Nummerherkenning bestond niet, voice mail evenmin.
- Deed de telefoon het eigenlijk nog wel? Je checkte en dubbelcheckte. De stekker zat in het stopcontact en ja, je hoorde de kiestoon. Conclusie: hij belde niet.
- En op een mooie dag belde hij wél. Stond jij hakkelend in de woonkamer, met je ouders en irritante broer op gehoorafstand, een gouden kans om zeep te helpen.
- Wat wist je eigenlijk van je vlam, behalve dat je hem leuk vond? Geen Facebook, Insta of Snapchat die nadere info verschaften. Hield hij van ska of disco? Voetbal of tennis? Vogels kijken of uitgaan? The Karate Kid of Footloose?
- Was hij eigenlijk wel zo leuk?
- Je vakantievriendje of dat stuk met wie je geschuifeld had op die fuif; hoe zag ie er ook alweer uit? Daar kwam je pas achter wanneer je fotorolletje ontwikkeld was.
- Wat bij een rolletje van 36 een eeuwigheid duurde. Plus nog een week wachttijd nadat je je rolletje had weggebracht. Of drie dagen, in de snelservice. Maar dat was heel duur.
- Dan waren eindelijk je foto’s klaar en dan trok je met trillende vingers die stapel mat of glanzend uit het mapje en dan bleek hij er maar half op te staan. Of onscherp.
- Of zowaar wel scherp én super knap. Waar je dan vervolgens niet veel mee kon. Ja: kijken, kijken en nog eens kijken.
- Oké, hij was leuk. Heel leuk. En jullie spraken af in de stad op zaterdagmiddag. En je miste de bus. Dan kon je dus niet even appen dat je later kwam. Dan moest je maar hopen dat hij er na een half uur nog stond, bij die ene bushalte.
- Kortom, door dit soort misverstanden zijn velen van ons De Ware dus misgelopen.