De dochters van Ralph beleven Sinterklaas heel anders dan hij dat vroeger deed. Vooral die surprises moeten het ontgelden. Is het misschien tijd om met tradities te breken?
Voor mij begint het sinterklaasseizoen niet bij de eerste ‘de-pepernoten-liggen-al-in-de-winkel-ophef’, of bij de eerste schermutselingen rond zwarte piet. Nee, mijn sinterklaasseizoen begint al eerder: als rond oktober de website ‘lootjestrekken.nl’ me het bericht stuurt dat ze me missen. Een algoritme dat me mist, hartverwarmend vind ik het, maar omdat ik de beheerder ben van het lootjes-trekken-gebeuren in onze familie, slinger ik dan maar snel de familie-app aan voor een datum. In die appgroep brengen de pubers der familie de Drie Cruciale Vragen in: doen we surprises (ah, please nee)? En óók nog een rijm (djiezz!)? En ook nog losse cadeautjes (OMG, yes, please en hier heb je mijn lijstje!)?
Sinterklaas vroeger
Toen ik opgroeide bestonden die drie vragen niet. Wij deden surprises én een rijm, plus een paar losse cadeaus (die we zélf moesten kopen, VAN ONS EIGEN GELD). Dat was gewoon zo. Punt. Onze belangrijkste sinterklaastraditie bestond er uit dat mijn vader een uur voor we begonnen de restjes knutselkarton, lijm en plakband bij elkaar scharrelde en zich zuchtend en steunend terugtrok in de ouderslaapkamer. Op het moment van beginnen zette hij vervolgens de computer aan om nóg zuchtender en nóg steunender een rijm in elkaar te zetten die alle wetten der vertelkunst en rijmelarij tartte, en die hij elk jaar vooral zelf heel geestig vond. Ondertussen hadden wij alles al lang voor elkaar: cadeau, surprise, rijm. Het werd elk jaar iets baldadiger. Dat vonden wij pubers een goede ontwikkeling. Ja jongens, warme herinneringen.
Wat? Een surprise?
Dan nu. De oudste sputtert: ‘Maar wat héb je nou aan een surprise? Die gooi je toch meteen weer weg?’ Een rijm vindt ze eigenlijk ook best veel gedoe. Ze weet nooit wat ze moet schrijven. Dus ik uitleggen dat ze die ander een beetje voor de gek moet houden. Dat vindt de jongste lullig. Ze vindt dat je altijd aardig moet zijn. ‘Ja pap,’ zegt de oudste. ‘Tss.’ Als ik ze uitleg dat dit niet de juiste Sinterklaas-spirit is, en dat iemand voor schut zetten juist de bedoeling is, schudden ze meewarig hun hoofd. ‘Zoals Herman met jou deed zeker,’ zegt de jongste.
Ha! De allereerste keer dat wij met de familie surprises deden zullen ze inderdaad niet snel vergeten. Mijn derde relatie sinds mijn huwelijk was dat jaar gestrand, en mijn bezorgde zwager had van papier-maché en twee ballonnen een paar knalroze megaborsten gemaakt ‘voor de eenzame nachten’. De rijm liet weinig aan de verbeelding over en mijn prepubers wisten niet waar ze kijken moesten. ‘Ja zoiets ja,’ zeg ik. Warme herinneringen.
Of we even willen helpen
Of ik dan kan helpen. Maar ook weer niet, want het moet allemaal geheim blijven natuurlijk. En of ik geld wil overmaken voor het cadeau dat ze moeten kopen voor in de surprise. Of misschien kan ik dat zelf gewoon kopen, veel makkelijker. En dat ik er niet aan heb gedacht om schoenendozen te bewaren is pas écht SUPERIRRITANT. Nu moeten ze die dus zelf gaan halen. Oogrol. Oké, ik overdrijf.
Maar amusant is het, het gekreun en gesteun. En ondertussen zorgt déze vader dat hij ruim op tijd klaar is en dat hij een gedicht schrijft dat klinkt als een klok. Want alles leuk en aardig, maar we gaan geen sinterklaastradities recyclen. Ik zet voor mijn dochters in op de volgende: ‘Die vader van ons gaf ons elk jaar het idee dat er wat te regelen viel, maar dat viel er nooit.’ En dat ze dan glimlachen en denken: warme herinneringen.