Wat betreft vakanties liggen de ‘smaken’ bij Saskia thuis nogal uiteen. Zij wilde kamperen aan de Zweedse kust, haar man ‘iets’ sportiefs doen in de Dolomieten, haar dochter shoppen in New York en haar zoon eilandhoppen in Indonesië. Het gezin toog uiteindelijk naar Ameland.
Het leek een hopeloze exercitie: met twee pubers een vakantie plannen. Want nu we allemaal rond de tafel zaten hadden de pubers het idee dat zíj mochten beslissen waar de reis naar toe zou gaan. Terwijl ik alleen maar om input had gevraagd. Nadat de bestemmingen New York en Bali waren gevallen voelde ik al dat het plannen van de zomervakantie bijzonder lastig zou worden. Nou ja, natuurlijk waren de pubers bereid om hun wensen bij te stellen, en dus wilde de een ook best wel een woestijntocht in Marokko maken en de ander het noorderlicht opzoeken in het noordelijkste puntje van Noorwegen. Wat betreft avontuurlijke plannen zit het bij mijn pubers wel goed, maar die plannen gingen boven ons vakantiebudget. Bovendien, waarom moesten we zo ver gaan? Nederland is toch ook goed? De pubers rolden met hun ogen, hóe boring was dat? Op vakantie naar een plek waar geen eens een andere taal wordt gesproken. En waar het toch alleen maar regent. Ze hadden er, kortom, geen zin in. De man en ik waren echter vastberaden: het werd tijd dat we hen lieten zien hoe mooi Nederland is. En om het toch een beetje exotisch te maken gingen we naar Ameland.
Op de boot zaten de pubers met hun capuchons over hun hoofd en staarden naar hun telefoon. Terwijl de man en ik ah en oh riepen bij het zien van de Waddenzee en het eiland in de verte. De eerste dag was een beproeving. De huurfietsen te stom – ‘Je denkt toch niet dat ik op zo’n idiote fiets ga zitten?’, het huisje te ver, – Hóe lang nog zei je?’, de omgeving te nietszeggend – ‘Ga lekker zelf op dat strand lopen’. Maar op dag twee kwam alles goed. Op datzelfde stomme strand was namelijk een geweldig surfschool en hang out. En daar vielen ineens al onze wensen samen. Er was strand, er waren golven, er kon gesurft worden en er was zelfs een strandwinkeltje. Iedereen kon zijn hart ophalen. Op dag drie werd het nog beter omdat de pubers heus wel zelf naar het strand konden gaan en de man en ik een fietstochtje over het eiland maakten. Het werd uiteindelijk de perfecte vakantie waarin we heel veel dingen samen deden, maar de pubers ook alleen op pad gingen. En heel fijn: zo gillend duur was het allemaal niet. Terugkomen met blije pubers en een restje vakantiebudget; ik denk dat we dit jaar maar weer gaan.