Zoals wij het zwaar hebben met onze pubers, hadden onze moeders het ook zwaar met ons. Dit zei je moeder tegen jou vroeger. En sommige dingen zeg jij waarschijnlijk nu ook tegen je pubers.
-
- ‘Ben je uit je bed gevallen?’
- ‘Niet te lang douchen!’
- ‘Kijk maar in de wasmand’
- ‘Weet ik niet, waar je het gelaten hebt’
- ‘Dat zullen de kaboutertjes dan wel hebben gedaan’
- ‘Je hebt die broek/trui/onderbroek al drie dagen aan’
- ‘Ga je vader even helpen’
- ‘Dat is mannenwerk’
- ‘Schoenen uit, ik heb net gedweild’
- ‘Ik ben Gekke Henkie niet’
- ‘Dan maak je maar zin’
- ‘Zullen we samen even gezellig een sigaretje roken?’
- ‘Ik heb die trui meegegeven aan de voddenboer’
- ‘Je gaat zo echt niet de deur uit’
- ‘Als je zo over straat gaat, dan kun je meteen wel achter het Centraal Station gaan staan.’
- ‘Mankeert er wat aan je handen?’
- ‘Haal je even een pakje Pall Mall filter voor me?’
- ‘Nee, ik ga geen briefje schrijven voor school’
- ‘Mooi rapport, ik zou het boven mijn bed hangen’
- ‘Wie heeft er met zijn handen in de koektrommel gezeten?’
- ‘Die heb ik verstopt’
- ‘Vroeger mocht je niet eens in een broek naar school’
- ‘Hussen’
- ‘Met je neus ertussen’
- ‘Die grote is voor papa’
- ‘Neem je wel brood mee?’
- ‘Vraag maar aan je vader’
- ‘Dat is toch geen afdrogen’
- ‘Laat maar, ik doe het wel.’
- ‘Nou even lekker op de bank met de Margriet/Libelle/’
- ‘Zorg altijd dat je zelf je geld kunt verdienen’
- ‘Als je maar je best doet’
- ‘Is ze wel aan de pil?’
- ‘Kijk je wel uit?’
- ‘Bel je als je er bent?’
- ‘Laat je je wel thuisbrengen?’
- ‘Ik doe geen oog dicht als je zo laat thuis komt’
- ‘Zo’n disco, dat lijkt me nou helemaal niks.’
- ‘Vraag anders of ze een keertje komt eten.’
- ‘Een moment van onbedachtzaamheid, maakt dat je jaren schreit’
- ‘Uitstel is afstel.’
- ‘Heb je een lintworm?’
- ‘Dan kan ook stuk he’
- ‘Je maakt me zo verdrietig’
- ‘Ja hoor, daar komen de waterlanders’
- ‘Niet náást de wasmand, maar erin’
- ‘Trek je wel iets warms aan?’
- ‘Straks krijg je blaasontsteking?’
- ‘Doe maar wel een muts op. En een hemd aan’
- ‘Zal ik er dan eentje voor je maken uit de Knip?’
- ‘Komt niks van in’
- ‘Kan het wat zachter?’
- ‘Heet die man nou Bono?’
- ‘En die vent in die jurk noemt zich Boy George?’
- ‘Nou ik snap wel waarom je fan bent van Wham!’
- ‘Ik had altijd Paul boven mijn bed. Die van The Beatles’
- ‘Nee hij mag niet op Nederland 1. Want ik wil naar Dallas/Dynasty/De Willem Ruis Show kijken’
- ‘Toon Hermans, die is pas echt grappig’
- ‘Zet je de radio zo dan weer terug op Hilversum 1?’
- ‘Ik wil beneden even bellen’
- ‘Doe jij even open voor de melkboer?’
- ‘Kijk maar in de encyclopedie’
- ‘Mag ik een stukje van de krant?’
- ‘Schil jij de aardappelen even?’
- ‘Op is op’
- ‘Al sla je me dood’
- ‘Nooit met lege handen lopen’
- ‘Het geld groeit me niet op de rug’
- ‘Laat je handen eens wapperen’
- ‘Ik zeg het één keer’
- ‘Ik ben je dienstmeid niet.’
- ‘Het is hier geen hotel!’
Advertentie