Opgroeien in de jaren 80 en 90 was echt niet voor watjes. Het was behoorlijk afzien en soms zelfs ronduit gevaarlijk. Die pubers van tegenwoordig zouden het vast nog geen dag volhouden.
- Er was een tandarts die in een witte bus de basisscholen langsging om onfortuinlijke kinderen te martelen.
- Niemand wist waar je was, je kwam gewoon om half zes thuis om te eten. En eigenlijk werd je niet terugverwacht tussen zonsopgang en zonsondergang.
- Roken deed iedereen de hele dag overal. Onderwijzers rookten in de klas, ouders rookten binnen en in de auto. Lekker met de ramen dicht want je wil toch niet verkouden worden vanwege de tocht?
- In de pauze mocht je gewoon op school in de kantine roken.
- Met verjaardagsfeestjes kropen we met de halve schoolklas in de kofferbak van de auto. Dat noemden we de kattenbak. Gordels achterin? Hoezo?
- Ook voorin zat je zonder gordels.
- Als de week voorbij was, maakte je van de tv gids (naslagwerk waarin je kon lezen wat er op de televisie kwam) papieren pijltjes die je met een PVC buis de wereld in kon schieten. Allemaal zonder veiligheidsvoorschriften en instructiefilmpjes.
- Maar ondanks al dat gevaar en alle toestanden, waren we doodsbang voor de plaaggeest bij Bassie en Adriaan. We flipten massaal op die kerel met een maskertje uit de feestwinkel met van die nepwangetjes.
- Als je iets wilde weten of een schoolopdracht moest maken, moest je de deur uit, weer of geen weer: naar de bieb of naar je opa en oma om in de encyclopedie te kijken.
- Stripboeken? Die maakte je gewoon zelf door de Jan Jans en de kinderen uit de Libelle te knippen en in een telefoonboek te plakken.
- De televisie had geen afstandsbediening dus hangen op de bank en zappen was er niet bij. Sowieso zou je met twee kanalen supersnel uitgezapt zijn.
- Overdag was er alleen testbeeld te zien tot er op woensdagmiddag televisie kwam. Verder zat er dus niet veel anders op dan je dagen door te brengen met lezen of buiten spelen.
- Begin jaren 80 kwam de eerste walkman en kon je muziek luisteren buitenshuis. Wat we daarvoor deden? Geen idee! Naar de vogeltjes luisteren?
- Het chipsvak in de supermarkt was behoorlijk overzichtelijk, je kon kiezen tussen paprika en naturel. Behoorlijk karig in vergelijking met de chipsstraten van nu.
- Chips en frisdrank was uitsluitend voor de zaterdagavond voor het moment dat je met het hele gezin voor de tv naar een quiz keek met Ted de Braak, Willem Ruis of Fred Oster. En de chips at je in een bakje dat bij elkaar was gespaard bij de benzinepomp.
- Pasta? Macaroni en spaghetti zal je bedoelen. Ook van broccoli of courgette had niemand ooit gehoord.
- We spraken af en wisten elkaar te gewoon te treffen zonder mobiele telefoon. Als iemand te laat was, dan moest je gewoon heel lang wachten.
- Zonder de digitale snelweg was het schrijven geblazen als je iemand wilde vertellen hoe het met je ging.
- Betalen deed je met echt geld. Als je dat van je rekening wilde halen moest je naar een gebouw. Daar zat iemand achter een dikke glazen ruit met een laatje eronder.
- Aan zonnebrandcrème dacht niemand, totdat je verbrandde en zo rood als een kreeft was.
- Fietshelmen waren voor mietjes.
- Niemand maakte zich echt zorgen als je ’s nachts alleen naar huis fietste.
- Als er lessen uitvielen, wist je dat pas als je op school was.
- De telefoon stond in de huiskamer en iedereen luisterde altijd mee.
- Als je geen kwartje had, kon je niet in een telefooncel bellen.
Het is eigenlijk een godswonder dat we het hebben overleefd.