Natuurlijk willen je pubers mee op vakantie. Maar dan wel met frisse tegenzin. Wees daarom voorbereid: dit kun je te horen krijgen als je de vakantieplannen met je kinderen deelt.
#1 ‘Is daar WiFi?’
#2 ‘Als je maar niet denkt dat ik drie weken in zo’n stom huisje ga zitten’
#3 ‘Hoezo hebben jullie iets pubervriendelijks geboekt. Je hebt mij niks gevraagd.’
#4 ‘Een campingdisco? Dat deden we toen we vijf waren.’
#5 ‘Echt mam, ik gá daar geen leuke mensen ontmoeten.’
#6 ‘Nee, ik wil geen vakantieliefde.’
#7 ‘Ik wil dan wel alleen in een tent’
#8 ‘Wát, gaan we een tussenstop maken. Hoe ver is het dan eigenlijk?’
#9 ‘Noem één reden waarom wij de kathedraal van Nancy moeten bezoeken.’
#10 ‘Waarom gaan we niet vliegen?’
#11 ‘Echt no way dat we weer de hele vakantie die gore Franse hamburgers gaan eten.’
#12 ‘Nemen we wel de hagelslag en pindakaas mee?’
#13 ‘En de computer en ipads?’
#14 ‘Een boek lezen, in welk jaar leven jullie?’
#15 ‘Hoezo moeten we om beurten afwassen? Is daar geen vaatwasser dan?’
#16 ‘Wandelen, dat is echt zoooooo saai’
#17 ‘Hoezo houden jullie rekening met ons? Van ons hoeven we echt niet weg, hoor’
#18 ‘Veel te warm’
#19 ‘Veel te ver’
#20 ‘Stomme kerken’
#21 ‘Volgend jaar ga ik echt niet meer mee hoor.’
#22 ‘Alleen als we naar de VS gaan.’
#23 ‘Of naar Thailand.’
#24 ‘Of als ik alleen op surfkamp mag.’
#25 ‘Ik kan toch gewoon thuisblijven?’
#26 ‘Ik kan echt prima alleen thuisblijven’
#27 ‘Ik wil dan wel geld hebben voor eten’
#28 ‘Ja, ik weet echt best wel hoe de wasmachine werkt’
#29 ‘En ik ga niemand uitnodigen.’
#30 ‘Nou, gewoon, dan gaan we een beetje chillen thuis’
#31 ‘Wanneer zijn we dan weer terug?’
#32 ‘Hoe lang heb ik dan nog vakantie?’
#33 ‘Wát, zo lang nog?’