Pubers hebben een selectief gehoor en horen dus alleen dat wat ze wíllen horen. Dat wat jij zegt, gaat volkomen langs hen heen. En dus zeg je het nog een keer. En nog een keer. En nog een keer.
- Waarom? Daarom!
- Wie betaalt bepaalt.
- We willen allemaal wel eens wat.
- Met wie fiets je mee?
- Ik hoef hier niet alles te doen.
- Doe je oordoppen uit.
- Je kunt best even naar de winkel.
- Je kunt prima op de fiets, het regent amper.
- Je bent toch niet van suiker?
- Mankeert er iets aan je handen?
- Je kunt ook best íets doen in dit huis.
- Niet eten op je kamer.
- Ruim je troep op.
- Neem je tas mee naar boven.
- Wie heeft de chips opgegeten?
- Zijn de koekjes nu alweer op?
- Welk deel van ‘nee’ begrijp je niet?
- Denk even na, waar heb je het voor het laatst gebruikt?
- Doe je capuchon af.
- Trek even een schoon shirt aan.
- Wie gaan er nog meer mee?
- Wil je je bord ín de vaatwasser zetten?
- Ga je zó de deur uit?
- Anders pak ik je telefoon af.
- Doe de deur achter je dicht.
- Onthoud goed wie de baas over de wifi is.
- Ik wil dat deze kamer voor 12.00 uur opgeruimd is en geen minuut later.
- Bril naar beneden!
- Doortrekken!
- Als iets leeg is, gooi je het weg.
- Niet op, maar ín de vuilnisbak.
- Zet je fiets in de schuur.
- Vuile was ín de wasmand.
- Het kan me niet schelen wie er begon.
- Eerst je huiswerk maken.
- Maakt me niet uit dat je ook al gedekt had, je helpt gewoon even mee met afruimen.
- Anders wijs ik iemand aan om het te doen.
- Leg je telefoon weg.
- Licht uit!
- Kraan dicht!
- Zet even een raam open.