Onze pubers hebben helemaal geen reden tot klagen vinden we. Want dat gezeur en gezever over de autorit naar het zuiden, het eten aldaar, de warmte of de andere in hun ogen ongemakken, halen het niet bij wat wij moesten doorstaan toen wij met onze ouders op vakantie gingen. Want echt, dát was pas zwaar!
- Je zat met het hele gezin opgevouwen in een kleine Renault 4 (of ander klein wagentje).
- Vier kinderen op de achterbank kon makkelijk, iedereen moest gewoon een beetje inschuiven.
- De achterbank was van flinterdun bekleed staal en al na een half uur had je zere billen.
- Van schokdempers had nog nooit iemand gehoord.
- Evenals gordels op de achterbank.
- En je vader wilde die gordel ook nooit om omdat dat pas echt gevaarlijk was.
- Waardoor je ouders al voor het uitrijden van de straat ruzie kregen.
- Je moest urenlang stilzitten omdat je omringd was door de halve huisraad die je moeder per se mee wilde nemen.
- Een beetje benen strekken was er niet bij. En als je het deed kreeg je een klap van je vader want die kon niet rijden als je met je knieën in zijn rug duwde.
- Niemand had een koptelefoon, je moest luisteren naar het enige lokale radiostation dat de autoradio kon ontvangen en waar louter een vaag soort volksmuziek op de playlist stond.
- Voordeel was dat geen enkele auto airco had, de ramen altijd openstonden, ook op de snelweg, en niemand in de auto nog maar iets kon horen.
- Je ouders rookten gewoon in de auto.
- De auto’s uit de jaren tachtig stonden stuk voor stuk halverwege de Alpen langs de vluchtstrook met een oververhitte motor.
- Die je vader altijd zelf probeerde af te koelen door met zijn zakdoek de dop eraf te draaien waardoor het alleen maar erger werd.
- Je ouders moesten kaartlezen, want van een navigatiesysteem had nog niemand gehoord.
- De kaart was een vooroorlogs exemplaar waardoor jullie steevast verdwaalden.
- En daar kregen je ouders dan óók ruzie om.
- De twee reisdagen naar Zuid-Frankrijk of Italië at je alleen maar wit brood met blauw uitgeslagen ei dat je moeder al een dag voor vertrek had klaargemaakt.
- Op de overnachtingscamping mocht je niet zwemmen, die zwemkleding zat ergens onderin en daar kon je moeder nu net niet bij, en mocht je je kleren ook niet vies maken, want we waren pas een dag onderweg en je moeder had geen zin om meteen al te wassen.
- Onderweg las je moeder Franse/Italiaanse/Spaanse zinnen uit het boekje Hoe & Wat in het…
- En liet je eindeloos de zinnen: ‘mag ik één brood’, ‘vier postzegels alstublieft’ en ‘een pakje sigaretten, graag’ herhalen in desbetreffende taal, want het was duidelijk dat jij de boodschappen daar moest gaan doen.
- Op de camping moest je kijken hoe je ouders de bungalowtent opzetten, wat nooit lukte en je in dertig graden in de brandende zon naar hun gevloek en getier moest luisteren.
- En je na vijf uur eindelijk mocht gaan zwemmen.
- Maar je eerst door je moeder naar het toiletgebouw werd gedirigeerd want er was één rol wc-papier voor het hele gezin dus was het handig als je met elkaar ging plassen.
- En je voor de deur moest wachten totdat je moeder de rol er onderdoor rolde zodat jij die op jouw beurt mee kon nemen.
- Bij het zwembad moest je ineens een badmuts op.
- Na een uur in het water drijven was je roodverbrand en zei je moeder dat dat goed was, want dan was je huid alvast gewend aan de zon.
- Op de camping trok je vader meteen zijn speedo aan en stak, à la Jacques Cousteau, een pakje Gauloises tussen de zijkant van zijn zwembroek.
- Je moeder rolde van een laken een ‘makkelijke’ jurk en liep daar de rest van de vakantie in rond.
- Drie weken lang at je astronautenmaaltijden, dat was zo lekker makkelijk want je moeder had tenslotte ook vakantie en geen zin om te koken.
- Na een week kon niemand meer poepen omdat het stokbrood zijn werk deed, zeg maar.
- Na vijf dagen was de campinggasfles leeg en moesten jullie stad en land afrijden om die te laten vullen.
- De tent lekte altijd.
- Van de 24 foto’s die je ouders maakten, mislukten er 20.
- Met een handvol gekke munten moest je bellen als je je vrienden in Nederland wilde spreken om te klagen over de vakantie met je ouders.
- Die munten vielen er altijd na 10 seconden door waardoor je net ‘hallo’ kon roepen voordat de lijn verbroken werd.
- Je had ook gekke muntjes nodig om te douchen die je bij de receptie van de camping haalde en die er óók na 10 seconden doorheen vielen waardoor je altijd onder een straal koud water stond.
- Televisie kijken deed je in de campingkantine en er stond alleen maar voetbal, wielrennen of een vage tekenfilm op.
- Je sliep op een luchtbedje dat halverwege de vakantie lek ging en je elke ochtend op de harde grond wakker werd.
- En dan maakte je moeder van je slaapzak een matras, want het was toch te warm om in dat ding te slapen.
- Je moest met de hand afwassen in dezelfde bak waar de buurman net zijn vis had schoongemaakt.
- Na drie weken wilden je ouders altijd in één ruk weer terug naar huis rijden.
- En zat weer iedereen wederom opgevouwen, maar nu 14 uur non-stop.
- Je ouders waren ook nu non-stop aan het roken, want dat hield ze in ieder geval wakker.
- Als jullie de straat inreden haalden je ouders opgelucht adem en verzuchtten dat er toch niks boven Nederland ging.