De 18-jarige dochter van Soraya heeft een tussenjaar en zit als backpacker aan de andere kant van de wereld. Allemaal leuk en aardig, maar in de praktijk geniet zij en sterft haar moeder elke dag duizend doden.
Ze is weg. Mijn lieve, leuke, puntgave zeventienjarige dochter Lieke is weg. Vertrokken met een rugzak die aan alle kanten ‘naïeve backpacker’ uitstraalt. Stralend door de douane bij Schiphol, opgewonden door het avontuur. Wij ook manmoedig wuiven en lachen, want ze had er zo’n zin in. In de auto heb ik tot voorbij Apeldoorn gesnikt en ook af en toe een tissue aan mijn man gegeven.
Plan B
Vorig jaar zomer werd ze uitgeloot voor haar droomstudie. Alternatieven wilde ze niet, Plan B was een half jaar werken, geld verdienen en dan reizen tot de nieuwe lootronde. Ik heb tot begin december gehoopt dat ze haar werk zo leuk zou vinden dat ze dat gewoon zou willen blijven doen. Of dat ze smoorverliefd zou worden en om die reden niet weg zou willen.
Maar toen er tickets werden geboekt en die rugzak werd gepakt, wist ik dat haar vertrek onvermijdelijk was. Zelfs ons listige (oké, wanhopige) aanbod van haar rijlessen betalen werd afgewezen. Op 11 december is ze weggegaan. Ik weet alles nog: dat het regende en koud was, dat we met haar dikke jas terug naar huis zijn gereden omdat ze die niet nodig zou hebben in de tropen en dat ze rook naar mijn douchegel die ze altijd graag pikt.
GPS-tracker
Ik weet dat het goed is. Dat veel kinderen van haar leeftijd een tijdje reizen, dat ze er zelfstandig van worden, dat ze er levenservaring mee opdoen. Maar moet dat per se op glibberige bergpaden in Peru? Kan dat niet ook ergens anders dan in vrouwonvriendelijke streken als India? Het helpt helemaal niet als je kind zelf nuchter zegt dat ze ook hier van haar fiets kan worden gereden na het stappen. Al is het – heel ergerlijk – wel een goed argument.
De peperdure GPS-tracker die we haar wilden geven voor in het ding onder haar kleren waar haar paspoort en dergelijke inzitten, leverde een helse ruzie op. Die duidelijk maakte dat wat wij ‘veilig’ vonden, door haar als ‘controle’ en ‘totaal gebrek aan vertrouwen’ werd ervaren. En dan kun je als moeder wel kreunen dat je háár wel vertrouwt, maar dat het de ánderen zijn waar je een hard hoofd in hebt, zoiets komt totaal niet aan bij een meisje dat je liefdevol ‘een overbezorgde trol’ noemt.
Loslaten? Dat kan ik niet
Dus ze is weg. En ze appt veel te weinig naar mijn zin. Via Instagram kunnen we een beetje volgen waar ze uithangt, ik analyseer de kiekjes alsof het ‘CSI: Backpacker’ is. Eet ze wel genoeg? Ze ziet er best een beetje moe uit. Zou ze ziek zijn geweest? Staat het ongure type toevallig met haar op die berg of is het een plaatselijke schurk die in haar een makkelijke prooi ziet? Mijn man zegt dat ik het een beetje moet loslaten, maar dat kan ik niet.
Ik heb haar negen maanden gedragen, ik heb haar zo veel mogelijk beschermd tegen afslaande vrachtwagens, blinde hoeken en andere gevaren, ik heb er verplicht groente en fruit ingestopt. Ik heb haar gewaarschuwd voor vreemde mensen, ik ging haar en haar vriendinnen halen als ze ‘s nachts uit de stad kwamen. Ik heb geholpen met overhoren, gebroken harten, eyeliner en groot en klein verdriet. En nu kan ik dat allemaal niet. Ik kan alleen maar hopen dat ze genoeg heeft onthouden om zich staande te houden en dat ze veilig en gezond terugkomt.
Het went, maar rustig slapen, ho maar
In ons contact fake ik dat ik een vrolijke bemoedigende moeder ben. ‘Wat een prachtig uitzicht, je bent lekker bezig!’ app ik. Maar ik denk: ‘Godallemachtig, ga weg bij die enge rand, dadelijk stort je nog in die waterval om een stomme selfie.’ Ik volg haar weerbericht nauwlettender dan dat van Nederland. En ik pas elk incident met vrouwen / toeristen / backpackers / jonge meiden in gedachten op háár toe. Zij geniet, ik sterf in stilte duizend doden.
Maar ik moet toegeven: het went. Een beetje. We zijn nu ongeveer een maand verder, ze is nog niet verhongerd, beroofd of verkracht. Ze getuigt van gezond verstand in de locaties die ze kiest en hoe ze daar komt. Het is verfrissend om te zien hoe de vele lagen make-up waar ze hier zo mee bezig was spoorloos zijn verdwenen. En tegelijk ook weer zorgelijk om te zien dat ze ook zonder een bloedmooie meid is. Die momenteel met een onderweg aangehaakte Canadees op weg is naar Vuurland, letterlijk het einde van de wereld. Iets met een gletsjer en pinguïns in een zeer verlaten streek. Ik denk aan de warme jas die bij ons aan de kapstok hangt en mijn hart krimpt even samen. Ik ben best trots op haar, maar rustig slapen is er nog even niet bij.”
Dit verhaal verscheen eerder op Saar Magazine.