Mascara, schoenen en kleren. Isabelle’s spullen verdwijnen aan de lopende band. Een persoon staat met stip bovenaan op de verdachtenlijst.
‘Waar in ***snaam is mijn mascara?’ Elke dag slinger ik wel een vloek en een zoekopdracht de ether in. Mijn zonnebril, parfum, mascara, espadrilles, tassen, pinpas… A-l-l-e-s lijkt te verdwijnen.
Eerst krijg ik een ‘doe niet zo hysterisch’ reactie van mijn puber. Slaapdronken en dus nonchalant reageert zij en dan, in een split second, zie ik toch een kleine, schuldbewuste reactie.
‘AHA!’ Je hoeft geen afgestudeerde Sherlock Holmes te zijn om te beseffen dat de mini-me vrij hoog op de verdachtenlijst staat. “Weer gepakt? Zonder te vragen?”. Maar dan begint het inmiddels nieuwe ochtendritueel. Vroeger was het nog de onderhandeling je-gaat- wel/ niet -in- outfits die PipiLangkousonSpeedwaardig waren naar school, nu moet ik mijn eigen collectie schoenen, kleding en make up beschermen en opeisen .
We hebben een huisekster!
Sinds de puberfase is ingetreden, moet ik mijn eigendommen bewaken als waren het kunstschatten in een museum. Dit om te voorkomen dat mini-me zich als de rechtmatige eigenaar van MIJN spullen gaat gedragen.
Ja, we hebben inmiddels dezelfde schoenmaat, we hebben inderdaad dezelfde smaak qua parfum en make up. Maar de producten zijn niet helemaal geschikt voor een meisje van (bijna) twaalf. Ik hoor de KinderenVoorKinderen hit in mijn onbewustzijn te voorschijn komen: ’mamajemakeup’. Maar potverdikkeme: ik mis designer shirts, horloges, zonnebrillen en inmiddels ook mijn geliefde handtas.
Adem in, adem uit.
Waar ben ik precies zo boos over? Want ergens ook wel leuk dat ze mijn spullen waardeert, dat ik dus niet die moeder ben waar je je kapot voor schaamt. Maar ik moet grenzen stellen! Dan maar de ‘jezus-wat-haat-ik-je’ blik incasseren.
Ik begin mijn monoloog, met als kernwoorden ‘zakgeld’, ‘eigen spullen’ en ‘privacy’. Het enige dat ze antwoordt is: ‘oké mam’ en met rollende ogen loopt ze weer haar kamer in. De deur wordt toch nog even opengegooid. “Trouwens mam, je mag best blij zijn dat ik je spullen wil. Kost jou minder geld en …. toch leuk dat ik ze leuk vind?”
Ik voel me gevleid, want een compliment van een puber is bijna net zo kostbaar als een nieuwe fles van mijn lievelingsparfum.
Oh nee… dit ken ik.
Straks gaat ze weer zeggen: ‘oh, ik was onze afspraak even vergeten’ en: ‘hoezo, is dit zo erg?’ En dat mondt dan weer uit in een halve oorlog. Ik knik en zeg ‘Ja lieverd, heel fijn dat je mijn spullen zo waardeert.’ Toch vindt ik het fijn als we hier afspraken over blijven maken’.
Als antwoord wordt de deur weer even opengegooid en wordt mijn ontvreemde handtas de kamer ingeslingerd. Of dit nou een goed of slecht teken is, weet ik niet.
In ieder geval ben ik weer even compleet.