Mascara, schoenen en kleren. Isabelle’s spullen verdwijnen aan de lopende band. Een persoon staat met stip bovenaan op de verdachtenlijst.
Waar in ***snaam is mijn mascara? Elke dag slinger ik wel een vloek en een zoekopdracht de ether in. Mijn zonnebril, parfum, mascara, espadrilles, tassen, pinpas; álles lijkt te verdwijnen. Eerst krijg ik een ‘doe niet zo hysterisch’ reactie van mijn puber. Slaapdronken en dus nonchalant reageert zij en dan, in een split second, zie ik toch een kleine, schuldbewuste reactie.
Je hoeft geen afgestudeerde Sherlock Holmes te zijn om te beseffen dat mijn puber vrij hoog op de verdachtenlijst staat. ‘Weer gepakt, zonder te vragen?’, vraag ik aan mijn dochter. En dan begint het inmiddels nieuwe ochtendritueel. Vroeger was dat het onderhandelen over wel of niet in bepaalde (lees K3) outfits naar school gaan, nu moet ik mijn eigen collectie schoenen, kleding en make up beschermen en opeisen, want we hebben blijkbaar een huisekster.
Puber draagt jouw spullen
Sinds de puberfase is ingetreden, moet ik mijn eigendommen bewaken als waren het kunstschatten in een museum. Dit om te voorkomen dat mijn dochter zich als de rechtmatige eigenaar van MIJN spullen gaat gedragen.
Ja, we hebben inmiddels dezelfde schoenmaat, we hebben inderdaad dezelfde smaak qua parfum en make up. Maar de producten zijn niet helemaal geschikt voor een meisje van dertien. Ik hoor de Kinderen voor Kinderen-hit ‘mama je makeup’ meteen mijn hoofd schallen. Maar los van de make up mis ik mijn designer shirts, horloges, zonnebrillen en inmiddels ook mijn geliefde handtas.
Compliment
Adem in, adem uit. Want waar ben ik precies zo boos over? Ergens is het ook wel leuk dat ze mijn spullen waardeert, dat ik dus niet die moeder ben waar je je kapot voor schaamt. Maar ik moet grenzen stellen! Dan maar de jee-mam-doe-niet-zo-space-blik incasseren.
Ik begin mijn monoloog, met als kernwoorden zakgeld, eigen spullen en privacy. Het enige dat ze antwoordt is: ‘oké mam’ en met rollende ogen loopt ze weer haar kamer in. De deur wordt toch nog even opengegooid. “Trouwens mam, je mag best blij zijn dat ik je spullen wil. Kost jou minder geld en toch leuk dat ik ze leuk vind? Zie het als een compliment!”
Afspraak is afspraak
Ik voel me gevleid, want een compliment van een puber is bijna net zo kostbaar als een nieuwe fles van mijn lievelingsparfum. Maar deze strategie ken ik. Straks gaat ze weer zeggen: ‘oh, ik was onze afspraak even vergeten’ en: ‘hoezo, is dit zo erg?’ En dat mondt dan weer uit in een halve oorlog. Ik knik en zeg: ‘Ja lieverd, heel fijn dat je mijn spullen zo waardeert. Toch vindt ik het fijn als we hier afspraken over blijven maken’.
Als antwoord wordt de deur weer even opengegooid en wordt mijn ontvreemde handtas de kamer ingeslingerd. Of dit nou een goed of slecht teken is, weet ik niet. In ieder geval ben ik weer even compleet.