Als het op pietluttigheid aankomt scoren pubers behoorlijk hoog. Want ze vinden van alles over van alles. En dat gaat dan over dingen die eigenlijk heel normaal zijn.
Pubers kunnen soms behoorlijk kleingeestig zijn. Over dat er groenten in groentesoep zit. Of dat ze op hun eigen natte handdoek stappen in de douche. Dit, en nog veel meer pietluttigheden, zijn voor pubers redenen om te gruwelen, te IEUWWWW-en en hun armen met veel gevoel voor drama in de lucht te gooien:
- Pitjes in brood.
- Paprika’s die niet hartvormig zijn.
- Op de wc in de lucht van een ander zitten.
- Als hun trui niet om 4:16 precies gewassen én droog is.
- Babyfoto’s die aan de muur hangen en niet Insta-waardig zijn.
- Rommel op de keukenvloer.
- Een kromme banaan.
- Flesje water dat niet in hun tas past.
- Peterselie in een ovenschotel.
- Een aardbeien smoothie die niet roze-roze is.
- De kat die nat uit de regen binnenkomt en tegen hun been schuurt.
- Hun ouders die ademen.
- Groenten in groentesoep.
- Hun eigen haren in het doucheputje.
- Een zak M&M’s zonder blauwe.
- Witte sliertjes aan een mandarijn na het pellen.
- Etensresten uit de gootsteen vissen om het daarna weg te gooien.
- Een nat geel keukendoekje uitwringen.
- Op hun eigen natte handdoek staan in de douche.
- De hond die na het eten zijn snuit op hun schoot legt.
- Hun ouders in de badkamer.
- Hun broer die zijn arm omhoog houdt onder hun neus.
- Hun zus die met haar blote voeten onder de tafel hun benen aanraken.
- Champignons, in welk gerecht dan ook.
- Plakjes ham met een randje vet.
- Boter die aan hun vinger blijft zitten.
- Ouders die zeggen dat ze lekker hebben gepoept.
- Een knuffel in de ochtend van welke huisgenoot dan ook.
- Iemand die lucht in hun gezicht blaast.
- Warm water in een koud glas.
- Hun eigen remsporen moeten opruimen.
- De troep onder hun bed moeten vissen.
- Het aanrecht afvegen met een nat doekje.
- Kip eten met hun handen.
- Een nieuwe rol wc-papier moeten geven aan een huisgenoot in nood op de wc.
- Een ouder onder de douche.
- Hun vieze was in de wasmachine moeten proppen.
- Hun schone was in de droger moeten proppen.
- Een boterham smeren met een mes dat vies is.
- Een dikke welgemeende zoen krijgen van hun ouders.