Die stomme games en die achterlijke smartphone. Ouders gaan dagelijks het gevecht aan met hun pubers over de Wifi-verslaving van hun kinderen. Martine ook, maar die ontdekte dat al dat gegame ook ergens goed voor is.
Of zijn stem nou overslaat doordat hij net de baard in de keel heeft, of omdat hij overmand is door emoties, geen idee. Maar zijn stem slaat over als hij uitroept:“Je doet net of ik een of andere verslaafde ben.” Ik heb namelijk gezegd dat ik ‘dat ding’ , de PS4, op Marktplaats ga zetten.
Ja, hij heeft hem zelf bij elkaar gespaard van zijn zak- en rapportgeld en ja, we hebben er regels over opgesteld. Namelijk dat hij er niet voor vijf uur ‘s middags op mag. En die regels worden met grote regelmaat met voeten getreden. De PS4 bivakkeerde al een keer een week in de kast, daarna een maand en nu is mijn geduld op.
Ik heb -zoals dat in de boekjes staat- me verdiept in het doen van spelletjes, toon belangstelling. Niet teveel natuurlijk, want het is een puber. Hij mag geen 18+-spellen doen, en ‘dat ding’ staat in de huiskamer, zodat wij er zicht op hebben. We hebben het -‘ja ik snap ook wel dat je het heel leuk vindt, ‘-gesprek met hem gevoerd. Maar ik heb het totaal gehad met dat kutding.
Het is niet alleen die PS4, want als dat ding in de kast ligt, dan grijpt hij net zo makkelijk naar de laptop (op zijn kamer, want voor huiswerk) of telefoon om filmpjes te bekijken waarop anderen aan gamen zijn. Ik zeg het natuurlijk niet, maar ik vind het junkengedrag.
En ik ben niet de enige ouder die in voortdurend gevecht is mijn zijn gamende, appende of youtubefilmpjes kijkende puber. Zo trekt mijn buurvrouw C. ‘s avonds om tien uur de stekker uit de WiFi in de meterkast. Zo kan haar gamende vijftienjarige in ieder geval slapen. “Niet dat-ie dat doet, hoor”, zegt ze. “Er zijn natuurlijk ook nog genoeg spelletjes die je zonder WiFi kunt doen.”
Mijn buurman (zoon van 12, dochter van 14) is een paar weken bezig met onderzoeken hoe je de router zo kunt programmeren dat de kinderen maar beperkte WiFi-tijd hebben. Hij puzzelt erop hoe hij bepaalde apparaten kan toewijzen, zodat er net genoeg tijd is voor school en een korte app-sessie en dat de tijd die overblijft besteed kan worden aan nuttige dingen zoals een goed boek lezen, sporten of een gesprek voeren. “Die dingen, het is echt de gesel van deze tijd”, verzuchtte zijn vrouw laatst, moedeloos van de zoveelste ruzie over gametijd en telefoonkoekeloeren.
We zijn -kortom- moegestreden. Maar is dat eigenlijk wel nodig?
We horen van de opvoeddeskundologen de hele tijd hoe slecht, hoe gevaarlijk en hoe irritant dat schermgedrag van onze kinderen is. Kort samengevat: ze worden er dik, dom en depressief van.
Maar er zitten ook enorme voordelen aan gamen, zo betoogt de Amerikaanse psycholoog Peter Gray. Hij gelooft dat de meeste kinderen het vermogen hebben de juiste keuzes te maken voor hoe ze hun vrije tijd besteden. Zolang ze keuzes hebben tenminste. Kinderen kunnen namelijk heel lang de hele tijd hetzelfde doen. Of het nou kleien is, een balletje hooghouden, een boek lezen of juist… gamen.
Ouders beperken niet de tijd dat een kind leest of hutten bouwt. Want dat vinden we namelijk gezond en gamen en televisiekijken niet. Maar waarom is het wel goed om tien uur achtereen te lezen of hutten te bouwen, maar niet om deze tijd achter de computer of televisie door te brengen?
Kinderen beperken in hun computertijd, zou hetzelfde betekenen als de holenmens beperken in de tijd dat hij kon oefenen met pijl en boog. Ze pikken instinctief de dingen op die nodig zijn om te kunnen overleven in hun tijd. Nu is dat dus nieuwe technologie, betoogt Gray. Ze leren die nieuwe dingen ook nog eens veel sneller op dan hun ouders en dat vinden wij een bedreiging.
Toen zelf schrijven makkelijker werd, waarschuwden de ouderen dat het slecht was. Want, zo was de redenering: de hersenen zouden afsterven als we dingen niet meer onthielden maar opschreven. Toen romans massaal werden gedrukt in de negentiende eeuw, waarschuwden ouderen dat kinderen -vooral meisjes- gedegenereerd zouden raken. Toen de televisie kwam, werd ook al gewaarschuwd dat je er dik, dom en depressief van werd. Precies dus wat we nu zeggen over computergames en smartphones.
Voor de liefhebbers: hier het hele betoog van Peter Gray.