Als hij niet beter wist, zou Ralph op de gemiddelde zondag denken dat zijn puberdochters alleen maar slapen. Maar achter die opgekrulde lichamen die hele banken en leunstoelen in beslag nemen, zitten meisjes die vlogs en Netfix kijken, en onbegrijpelijke spelletjes doen. Wat bij Ralph de vraag doet opkomen: is het van belang ze in beweging te krijgen?
We hebben weer een weekend van hollen en stil staan. Zaterdag is altijd hollen. De jongste moet heel vroeg trainen voor turnen, op twintig minuten rijden van ons huis. De oudste moet iets later trainen voor atletiek, op vijftien minuten van ons huis. Heen en terug door de Velsertunnel om te brengen. Heen en terug door de Velsertunnel om te halen. Keer twee. Dan is er huiswerk, iets wat die twee van mij erg serieus nemen, en dat verwachten ze ook van mij als ik ze moet overhoren. Alles bij elkaar een overzichtelijk rijtje ouderlijke taken. Ik hou van die ritjes heen en weer, dan komen de gesprekjes. Ik hou van mijn hernieuwde kennis van het leven in het oude Egypte, daarmee kan ik ze helpen. En ik hou van overzicht, want dat geeft rust.
Zondag doen pubers niks
De zondag is ingewikkelder. Vroeger waren ook daar vaste patronen. ’s Ochtends veel te vroeg naar het koude zwembad, vervolgens met de haren nog nat een bezoek aan oma, voor een boterham met een gebakken ei, en dan ’s middags naar het bos, het strand of de nichtjes. Dit alles is gesneuveld door een verhuizing en de tijd die zijn werk deed en mijn dochters naar de pubertijd bracht. Het betere observerend onderzoek dat ik de laatste maanden vanuit mijn leunstoel uitvoerde, leerde mij: op zondag doen pubers liever niets dan iets. Bij voorkeur in de nabijheid van een telefoon of tablet.
Ik herken die voorkeur. In de weekenden waarin ze bij hun moeder zijn, komt het nogal eens voor dat ik om vier uur ’s middags in diezelfde leunstoel een muntje opgooi met de vraag of het nog de moeite is om te gaan douchen of dat ik beter een biertje uit de koelkast kan pakken en een middagwedstrijd uit de Engelse Premier League aan moet zetten.
Op stap met de pubers
Mijn leunstoel zit een stuk minder relaxed als zij er zijn. Ik kan dat niet anders uitleggen dan dat ik me bekeken voel door mijn toekomstige zelf. Die ene met die grijze krullen, die hoofdschuddend naar me kijkt vanuit zijn empty nest: had je er niet meer van kunnen maken met die meiden? Dus op een zaterdagavond besluit ik er meer van te maken: ‘We gaan morgen iets leuks doen.’ De jongste is enthousiast, zij wil wel naar Jumpskilz, een opgevoerd Alkmaars trampolinepark met pubermuziek-uit-de-hel op vol volume. Ik leg uit dat iets leuks in mijn beleving iets anders is dan Jumpskilz. De oudste antwoordt dat als dat leuks iets anders is dan shoppen, het van haar niet hoeft.
Goed. Ik heb nog een avond om dat leuks te bedenken. Ik vraag me af hoe die blije actieve vaders dat doen, die ik altijd in actieve uitrusting met een heel gezin vol blije kinderen in een auto zie stappen, klaar voor avonturen. Welk gen hebben zij dat ik mis? De volgende dag heb ik niks anders bedacht dan het duinmeer voorbij Overveen. De ‘ja doei ga maar zelf’ van de oudste klinkt niet bemoedigend. Maar als de jongste oppert dat het een mooie locatie is voor Insta-foto’s, zit ze toch verbazingwekkend snel in de auto. Op het parkeerterrein acteren ze nog frisse tegenzin, maar onder de eerste de beste boom die er een béétje grillig en pittoresk uitziet doen ze een Insta-sessie waar zij van Victoria’s Secret een puntje aan kunnen zuigen.
Mooie herinnering
Onder aan het duin maak ik zelf wat foto’s: twee met wapperende haren naar beneden stormende pubermeisjes, die blij en opgetogen in de lens kijken. Ik heb nu al zin in het goedkeurende knikje van mijn grijze toekomstige zelf: goed gedaan jongen. Het is zo een middag waarvan ik meteen weet dat die me bij zal blijven als één van die herinneringen die het geluk van een tijdperk bevat. Als we thuis zijn bedenk ik tevreden dat ik nog twee weken heb om al mijn creatieve spieren aan te zwengelen om het volgende zondaguitje te bedenken. Ik zit te denken aan het strand.