Hoe de politie voorkwam dat mijn dochter naar een vreemde man ging om een gestolen telefoon op te halen

Anne kreeg een telefoontje van de politie. Iets met een gestolen mobiel en pubermeisjes die denken dat ze het zelf kunnen oplossen. Oplettende agenten konden voorkomen dat ze een heel domme actie zouden ondernemen. 

‘Niet schrikken, maar u spreekt met de politie. We bellen even over uw dochter.’ Als een telefoongesprek met deze zin begint dan weet je zeker dat je wel schrikt. En dat je de rest van het gesprek met hartslag 160 aan de telefoon zit. Ook al viel de boodschap die de politie mij bracht enigszins mee – er was geen ongeluk gebeurd, en waren geen gewonden, niemand was opgepakt. Maar er was wel iets gebeurd waarvan de politie vond dat wij daarvan op de hoogte moesten worden gesteld.

Mijn veertienjarige dochter was met vriendinnen naar Utrecht gegaan. Een stad die ze niet kennen, maar wel wilden ontdekken. Want ze hadden gehoord dat er een overdekt winkelcentrum is en dat heeft nu eenmaal een aantrekkingskracht op meisjes. En helaas ook op mensen die daar misbruik van willen maken.

Foto’s maken en nergens meer opletten

Toen ze aankwamen wilden ze eerst een paar foto’s maken terwijl ze van het station naar Hoog Catharijne liepen. En zoals dat gaat met pubermeisjes: dat gaat gepaard met een boel gegiechel en gegil en een wirwar van elkaars jassen vasthouden, telefoons over en weer geven en tassen op de grond leggen. Uiteindelijk waren ze meer met de foto’s  bezig dan met hun spullen. En was een van de meisjes, nadat er weet ik niet hoeveel foto’s waren gemaakt, haar telefoon kwijt. Een gloednieuwe iPhone. Die ze die ochtend van haar moeder had geleend, met toestemming, zodat ze de hele dag goed bereikbaar was omdat de batterij van haar eigen telefoon niet meer goed was. En nu was die telefoon weg en het meisje in paniek.

Nadat ze allemaal naarstig hadden gezocht naar de telefoon bedacht mijn dochter dat ze het nummer moesten bellen. Want stel iemand had de telefoon gevonden dan zou diegene opnemen en konden ze zo de telefoon weer terugkrijgen. Op zich een slimme actie. Ware het niet dat iemand die telefoon met opzet had meegenomen toen al die meisjes druk bezig waren geweest. Iemand die, waarschijnlijk, al lang op de uitkijk had gestaan en toesloeg toen het kon. En zich daarna meteen uit de voeten maakte.

Goed idee? Slecht idee!

Toen mijn dochter de telefoon van haar vriendin belde kreeg zij de ‘vinder’ aan de lijn. Ja, hij had hun telefoon gevonden, en ja, hij wilde het best wel teruggeven, maar dan moesten ze het komen halen want hij was niet meer op het station, maar thuis. En dan is het pech dat meisjes van veertien dit soort situaties niet goed kunnen inschatten. Die vriendin van de verloren iPhone wilde maar één ding: meteen ophalen want ze durfde niet thuis te komen zonder telefoon. Ze durfde ook haar moeder niet te bellen om te zeggen dat ze de telefoon kwijt was. En nu de oplossing dichtbij was – even naar die man toe gaan om die iPhone op te halen – was dat ook niet nodig. Dat vond de rest van de groep ook.

Niemand twijfelde of dat een goed idee was. Niemand bedacht dat de vinder ook wel eens geen goede bedoelingen kon hebben. Niemand dacht eraan om even een ouder te bellen om te checken of dit slim was. Sterker nog: ze vonden zichzelf eigenlijk heel volwassen. Er was een probleem en dat gingen ze nu zelf oplossen. Dat wilden hun ouders toch? Zelfstandigheid, zelfredzaamheid; nu konden ze dat mooi in de praktijk brengen. En dus ging mijn dochter met dat vriendinnetje achter die telefoon aan, terwijl de rest alvast begon met winkelen. Zonder er echt goed over na te denken deden ze wat we hen altijd op het hart hadden gedrukt: niet met vreemden meegaan. Maar de angst om zonder telefoon thuis te komen was vele malen groter dan de angst om naar een vreemde toe te gaan.

Oneindig dankbaar

Ze moesten naar Kanaleneiland had die man gezegd, daar woonde hij. Via Google Maps hadden ze zijn straat gevonden en niet gehinderd door enige kennis van deze wijk begonnen ze te lopen. Omdat ze niet zeker wisten welke kant ze op moesten lopen vroegen ze het aan een aantal bestuurders van auto’s die bij het station stonden te wachten. Op een manier waarop pubermeisjes dat kunnen doen: met een hoop gegiechel en gegil. Dat trok de aandacht van twee passerende agenten die het vreemd vonden dat twee meisjes op zoek waren naar een straat in Kanaleneiland. ‘Dat is niet de allerbeste buurt, helemaal niet voor jonge meisjes’, vatte de agent die ik aan de telefoon had het samen.

Uiteindelijk liep het allemaal goed af. De agenten hoorden het verhaal van mijn dochter en haar vriendin aan en besloten om met hen mee te gaan. In de politieauto reden ze naar het adres van de man die, nu er twee meisjes én twee agenten voor zijn neus stonden, niks anders kon doen dan de telefoon teruggeven. De agenten begeleidden de meisjes weer terug naar het station en zeiden dat ze maar beter naar huis konden gaan en dat ze hun ouders zouden bellen. Volgens de agent was de man onbetrouwbaar – hij was een bekende van de politie. Hij kon er niet veel over zeggen, anders dan dat het goed was dat zij met mijn dochter en haar vriendinnetje waren meegegaan. Ik wist niet hoe ik deze man kon bedanken. Wat goed dat hij zo oplettend was, dat hij zich had ontfermd over twee jonge meisjes en dat hij ook nog mij had gebeld om door te geven wat er was gebeurd. Wat had er allemaal kunnen gebeuren als hij er niet was geweest? Ik durfde er niet aan te denken.

Nooit meer boos

Toen mijn dochter thuis kwam, zijn we met haar gaan zitten. Niet boos, maar bezorgd. Waarom had ze ons niet gebeld? Waarom was ze vergeten dat ze nooit, maar dan ook nooit, zomaar naar iemands huis moet gaan? Ze wist het niet. Huilend, haar schrik was net zo groot als die van ons, haalde ze haar schouders op. Ze hadden allemaal gedacht dat dit het beste was.

Ik beloofde mijn dochter, zoals ik dat al zo vaak had gedaan, dat ze ons altijd kon bellen, dat ze altijd alles met ons kon bespreken. En dat we daar nooit boos om zouden worden. En dat we haar kunnen helpen met keuzes maken, maar dat ze die keuzes dan wel eerst met ons moet overleggen. Ze knikte. Ik hoopte dat het deze keer echt tot haar door zou dringen. Dat mijn woorden echt zouden beklijven in haar puberbrein. En ik beloofde stilletje in mezelf dat ik nooit meer boos zou worden op de politie als ik een bon krijg, van de weg wordt gehaald voor een steekproef, of van mijn fiets moet afstappen omdat ik mijn licht stuk is. Omdat zij er vandaag waren voor mijn dochter, op de juiste tijd en het juiste moment. Godzijdank.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.

Advertentie

Als het op financiën aankomt, zijn pubers zowel grenzeloos inventief als naïef. Dus daar valt nog wel wat opvoeding tegenaan te gooien. In ons nieuwe boek leggen we uit hoe je dat kunt doen

Ook leuk:

13 redenen waarom pubers net katten zijn (en dat is niet alleen omdat ze zoveel slapen)

Miauw! Als je thuis een of meerdere katten en pubers hebt, is het je ooit weleens opgevallen hoeveel die op elkaar lijken?  #1 Net als...

50 dingen die je nooit zou zeggen tegen je kind, maar nu wel (want het is een puber)

Anne ziet zichzelf nog staan, dikke buik, in een naar Zwitsal ruikend babykamertje. Alles was zoet en zacht en licht. Terwijl ze over haar...

Aan je puber laten horen: zo klonk het toen wij vroeger online gingen!

Iedereen die in de jaren negentig verbonden was met het internet, herkent het bliep-bliep-ksssgggsst-tading-tading-kssssgsst-inbelgeluid. Inderdaad dan geluid dat je computer maakte als je online...

Ineens heb je een nieuwe rol, die van onzichtbare ouder

Er kwam een vriendje op bezoek bij de puberzoon van Sandra. Een onbekend vriendje, want zo gaat dat als je kind op de middelbare...

Belangrijk om te lezen: dit is hoe een depressie bij jongeren eruitziet

Jonneke Raijer is puber. En student. En heeft een depressie. Over dat laatste schreef ze haar pws (profielwerkstuk). Op bijzonder eerlijke en openhartige wijze...

Dingen die we onze pubers komend jaar heus niet zullen aandoen…. waarschijnlijk

Onze pubers doen niet aan goede voornemens. Onzin vinden ze. En eigenlijk hebben ze gelijk. Hoezo zou je goede voornemens maken? Dus doen wij...

Waarom is de verkoop van lachgaspatronen niet allang verboden?

Sjonge, eindelijk worden ze in Den Haag wakker. Het ongebreidelde gebruik van lachgas onder jonge pubers wil de minister aan banden leggen. Kan de...

De dochter van Mirjam ging ‘out’ na lachgas

De vijftienjarige dochter van Mirjam gebruikte lachgas op een feestje, maar het lachen verging haar al snel. Aan Vivienne Groenewoud vertelt ze wat er...

‘Mijn dochter is slordig met anti-conceptie’

Nadat haar verkering uit was, besloot de zestienjarige dochter van Marloes' vriendin Henriëtte dat ze 'andere mensen' wil zien. Henriëtte heeft daar stress van. 'Ik...

19 momenten waarop je denkt: ‘Kon ik maar weer naar mijn werk’

Misschien verlang je net als wij ook weer naar kantoor. Met vervelende collega's, deadlines en een traag lopend project, je kunt het allemaal aan....

Pubers zijn een beetje stuurloos op dit moment: ‘Huh, een vrije dag?’

In deze bizarre tijd raken pubers steeds vaker stuurloos. Ze weten vaak niet wat voor dag het is, laat staan dat ze doorhebben dat...

Uitgekeken? Hier wat Netflix-inspiratie voor jou en je pubers

Netflixtips voor pubers en hun ouders. Niks ontspant dezer dagen meer dan een lekker potje Neflixen. De lijst met fijne Netflix-series voor en over...

Door corona heb je die pubers de hele tijd om je heen; daar gaat je seksleven

Corona en pubers thuis, die combinatie is niet per se heel  bevorderlijk voor je seksleven, zo ondervond Anne. Heb je zin en denk je...