Leuk joh, die meivakantie. Geen beter recept voor stevig potje geruzie in een huis vol puberhormonen en een veel te lege agenda. Dat tilt het kibbelen tussen de pubers naar een compleet nieuw level.
Mijn pubers hebben vakantie. En die veel te veel tijd over. Die ze gebruiken om elkaar de les te lezen. Of dwars te zitten. Een paar flarden van de conversaties hier die ik hier heb opgetekend. Ze geven een aardig beeld van hoe het eraan toe gaat en hoe snel het kan ontsporen.
Kijk niet naar me
– “Waarom kijk je zo?”
– “Ik kijk niet.”
– “Stop met me aankijken!”
– “Ik kijk helemaal niet, je bent gek.”
– “Je bent zelf gek. En dat vind ik niet alleen. Dat vindt echt ie-der-een!”
– “Hou je bek.”
Pubers die elkaar gek maken
– “Ik word echt gek van dat hoofd van je.”
– “Laat me met rust.”
– “En gatver je smakt. Je eet echt heel vies, weet je dat?”
– “Bemoei je niet met me, laat me met rust!”
– “Nee, moet jij maar niet zo smerig doen.”
Puber zonder leven
– “Jij hebt aan mijn spullen gezeten. Heb jij mijn sleutels kwijtgemaakt?”
– “Nee, donder op.”
– “Jawel, dat kan niet anders.”
– “Neeheee, djiezus”
– “Jawel en ik moet NU weg!”
Gestamp op de trap, deuren die dichtslaan.
– “Ik heb dus geen sleutel mee, dus jij moet zo opendoen.”
– “Kan niet, ik ga weg.”
– “Hoezo ga je weg, precies nu? Normaal ben je altijd thuis??!!”
– “Moet jij zeggen, jij hebt écht geen leven.”
– “Je hebt trouwens echt een heel irritant accent.”
– “Je moet jezelf eens horen.”
Badkamerleed
– “Ga onder die douche vandaan, ik moet er nu echt bij. Ik moet in de douche, NU!”
“……….”
– “Jij doucht normaal nooit en dan moet je er nu precies wel onder, net nu ik weg moet.”
“……….”
Gevloek en getier.
Geen leven zonder oortjes
– “Waar zijn mijn oortjes? Wie heeft er aan mijn oortjes gezeten?”
– “Moet je je spullen maar opruimen!”
– “OMG jij weet natuurlijk weer alles beter! Je bent mijn vader niet!”
– “Nee, gelukkig niet. Ik had je allang het huis uitgezet.”
Zucht, wanneer gaan ze weer naar school?