De vader van Martine heeft de oorlog nog meegemaakt, maar ook die is oud. Straks is er helemaal niemand meer die het kan navertellen. Martine doet pogingen om de herinneringen levend te houden voor haar pubers.
Waarom je oorlogsverhalen aan je pubers moet blijven vertellen
Mijn vader was acht toen Nederland werd bevrijd. Hij vertelde zijn kleinkinderen regelmatig over de oorlog. Het is geen dapper verzetsverhaal, het is een verhaal van de hongerwinter in de Randstad, van een gezin zonder vader. Mijn grootvader moest naar Duitsland om te werken. Er was geen geld, er was geen eten, er was geen hout en mijn oma moest op de fiets op hongertocht. Toch, als mijn vader daarover vertelt dan zijn mijn pubers onder de indruk.
Herinneringen levend houden
Het is belangrijk die herinneringen levend te houden. Mijn vader is er inmiddels niet meer, maar als we door zijn foto-albums bladeren herinner ik mij die verhalen weer. Maar hoe zit het met die andere verhalen, die verhalen die duidelijk maken hoe die honderdduizenden die hier uit hun huizen werden gehaald, gevangengenomen en vermoord? En hoe weten kinderen die geen opa’s en oma’s hebben die het nog kunnen navertellen hoe het is geweest.
Een mooi project is In mijn buurt. Hiermee vertellen ouderen aan kinderen uit groep 7 en 8 wat ze hebben meegemaakt in de oorlog. Ik vind het een geweldig project, niet in het minst omdat mijn kinderen daardoor ook weten wat er bij hen pal om de hoek is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog. Zo hield de hoofdmeester van de school in onze buurt op de zolder van het gebouw onderduikers verborgen. De schoolkinderen wisten van niks, behalve dat de deur in de gymzaal die naar de zolder leidde altijd dicht moest blijven.
Struikelstenen in de stad
Het meest blijf ik onder de indruk van het verhaal van Simon Italiaander, die als jongetje ondergedoken zat op diverse plekken in Nederland. Zijn ouders gaven -om hem te redden- hun enige kind weg aan vreemden. Op de plek waar Simon woonde, bij mij om de hoek, liggen zogenaamde Stolpersteine (struikelstenen) voor zijn ouders. Dat zijn koperen straatstenen met de namen van de vermoorde Joden voor de huizen waar zij zijn weggehaald. Ik ben er ooit met mijn kinderen gaan kijken, maar de kleine koperen steentjes tussen de stoeptegels. Mijn kinderen herkenden deze stenen meteen, van toen we in Berlijn waren. In de Joodse wijk in de stad liggen er honderden, wat het drama duidelijker maakt dan welke oorlogsfilm dan ook.
Pijnlijke boodschap
Een tijdje geleden waren we in Westerbork. Op het uitgestrekte terrein van het voormalige kamp kun je je proberen voor te stellen hoe het daar moet zijn geweest. Via speakers hoor je de verhalen van gevangenen, die ooit hebben opgeschreven hoe het was. Ik schoot vol van de briefkaarten die de gevangenen daarvandaan stuurden. Met ‘tot ziens’ erop. Mijn zoon begreep meteen waarom dat een zo pijnlijke boodschap was.
Mijn dochter liep naast haar vader. Die was het uitleggen was hoe het allemaal zat. Een merel was begonnen aan zijn avondzang. En ik bedacht dat dit soort ellende beter nog maar een paar generaties moet overslaan.