De zeventienjarige zoon van Anne wilde wel eens een joint roken. En omdat zij niet wil dat hij het stiekem doet, liet ze hem zijn gang gaan.
‘Mam, ik denk dat ik wel eens een keer een joint wil roken.’ Mijn zeventienjarige zoon knikte er vastberaden bij. Voor zo ver ik weet rookt hij niet, dus dit kwam best wel een beetje uit de lucht vallen. Hij vertelde dat best veel kinderen in de klas wiet roken, ook gewoon in de pauze. En die mellow state of mind waarin ze dan schieten lijkt hem ook wel wat.
Mijn man en ik kijken elkaar aan. We hebben geen idee wat we moeten zeggen. Ik vind het fijn dat hij open en eerlijk is, maar om nu tegen je kind te zeggen: ‘ja, joh, moet je doen’. We mompelen iets van: ‘Je bent wel jong’ en ‘Misschien kun je beter nog even wachten’ en besluiten dan met hem om er later nog een keer op terug te komen omdat we ook niet zo goed weten wat we hier op moeten zeggen. Als hij eerlijk is, vind ik ook dat we eerlijk over onze twijfels rondom deze vraag moeten zijn.
Stiekem joint roken
Ik denk aan de eerste keer dat ik een joint rookte. Ik was net zo oud als mijn zoon nu is. En was als de dood dat mijn ouders erachter zouden komen, want die bleven herhaaldelijk mijn broer en mij inprenten dat met elke vorm van drugs we in de goot zouden belanden en we als junkies zouden eindigen. Het moest dus allemaal stiekem. Geen idee meer wie er wiet had gekocht, maar op een dag ging er een joint rond in de groep waarmee ik in de fietsenstalling van school stond.
Het was behoorlijk spannend allemaal en na een paar trekjes kwam er een ontspannen, bijna aangenaam, gevoel naar boven. We zonken in het gras en lagen als een kluwen puppy’s over elkaar heen te rollen en lachen. Dat gedeelte was helemaal leuk. Maar toen ik later naar huis ging en met rode ogen en een er-is-heus-niks-aan-de-hand-grijns binnen kwam stappen hadden mijn ouders al snel door wat er aan de hand was. Het huis was te klein.
Alles bespreken
Wat ik lastig vond in die niet open sfeer bij mij thuis was dat veel stiekem moest. Ik heb veel zelf moeten oplossen en uitvogelen. Toen ik zeventien jaar geleden moeder werd nam ik me dan ook voor om mijn kinderen open op te voeden. Zij zullen het wellicht ietwat te veel vinden, maar tot in den treure praat ik met hen over alles en weten ze dat ze ook alles met mij kunnen bespreken. En daarom was ik zo ontzettend blij dat mijn zoon zich veilig genoeg voelde om het er met ons over te hebben.
Een paar dagen later vertelde ik mijn zoon hoe mijn eerste keer was geweest. Dat het, tot het moment dat ik thuiskwam, eigenlijk best heel leuk was geweest. En dat als hij het wilde hij dat van ons gewoon mocht proberen. Ook gewoon thuis.
Onderuit gezakte pubers
Weken verstreken totdat ik op een avond een appje kreeg: ‘We gaan even jointje roken, oké?’ Mijn man en ik waren met de hond aan het lopen. Ik appte ‘Veel plezier’ terug. Die avond vonden we de vier jongens onderuit gezakt op de bank. Al grijzend aten ze chips en keken een rare film uit de jaren negentig die ze helemaal fántástisch vonden.
De volgende ochtend zei mijn zoon dat het wel leuk was geweest, maar dat hij dat slome gedoe maar niks vond. ‘Niks voor mij, mam’, zei hij. ‘Maar dank dat het van je mocht. Dat was echt heel chill.’ Soms twijfel ik of ik het wel allemaal goed doe als moeder, maar op zo’n moment als dit geloof ik dat ik het best wel goed doe.