Pubers vinden zichzelf heel volwassen, maar regelmatig piept dat kleine kuiken dat ze ooit waren weer tevoorschijn. En dat vinden we stiekem heerlijk!
We raken dan ook vertederd als ze:
- Gaan slapen en ze graag nog even ingestopt willen worden.
- Het licht aanlaten in hun kamer als ze gaan slapen en vragen of wij het voor ze uit willen doen.
- Proberen op schoot te zitten, waar ze toch echt fysiek te groot voor zijn en dan maar een harde en hoekige knuffel geven.
- Iets willen en met hun lange wimpers knipperen om het te krijgen.
- Weer eens met hun vingers eten.
- De eerste sneeuwvlokken naar beneden zien komen: de smartphone is direct vergeten en ze staan buiten vlokken met hun mond op te vangen.
- Slapen zoals ze deden toen ze nog heel klein waren: opgerold.
- De puberbroer zonder morren ‘s avonds op de fiets springt om zijn zusje op te halen.
- Te laat zijn voor school en toch vijf minuten in tuin blijven staan om de poes te aaien.
- Tranen in hun ogen krijgen omdat ze het zo gezellig vinden als we op hun verjaardag met het hele gezin gaan bowlen.
- Achter de deur gaan staan om moeder/vader/zus/broertje te laten schrikken.
- Op 6 december om 7 uur ‘s ochtends juichend de kerstversiering uit schuur halen
- Urenlang gefascineerd kunnen kijken naar een een brandende kaars.
- Heel blij zijn met dat vreselijk kitscherige beeldje van een flamencodanseres dat we mee hebben genomen uit Barcelona. Omdat ze weten dat we dat stiekem heel leuk vinden.
- Hun arm over onze schouder leggen en ‘mammaatje’ of ‘pappaatje’ tegen je zeggen.
- Net zo raar dansen als hun ouders.
- Heel hard lachen om heel flauwe grappen.
- Je optillen en dat dan heel leuk vinden.
- Heel hard K3 of Bob de Bouwer zingen.
- Met je naar de film willen.
- Bij het weggaan je toch nog een kus komen brengen.