De kamers van mijn pubers, ik durf ze soms niet te betreden omdat ik de troep en chaos niet kan aanzien. En omdat ik ergens verwacht dat een muis, rat, of wasbeer tevoorschijn springt die hier huisvest en wel geniet van deze bende. Een keer in de zoveel tijd ga ik, gewapend met stofzuiger, emmer, dweil en ontsmettingsmiddel de pubervertrekken in om orde op zaken te stellen.
-
- Nooit geweten dat de deur klemt.
- Oh wacht, er ligt allemaal troep achter.
- Waarom liggen alle kleren achter de deur? En niet in de kast?
- Wat is er eigenlijk gebeurt met de kast?
- Daar staat een televisie in, interessant.
- De vloer plakt.
- De muren ook.
- En het bureau.
- Zucht.
- Het ruikt naar, tja, naar wat eigenlijk?
- Een mix van deo, zweetvoeten, bedorven eten, gel en ongewassen kleren.
- Eerst maar even een raam openzetten.
- Het raam plakt ook.
- Het lijkt wel of iemand met cola heeft gemorst.
- Oh, het ís cola.
- Hoeveel blikjes kun je op de vensterbank achter je gordijnen zetten?
- 19 dus.
- Hoeveel cola drinkt dit kind?
- Hier liggen er nog 6.
- Zucht.
- Waarom ligt er geen deken op het bed?
- Er is een gordijn van gemaakt.
- En het gordijn is een vloerkleed geworden.
- En het vloerkleed is, eh, weg?
- Dat ligt opgerold achter het bureau.
- Want het past niet meer goed bij de styling van de kamer, okeeeeee.
- Ik snap die pubers echt niet.
- Het vloerkleed dient als prullenbak, ook handig,
- Gatver, er liggen zakjes vloeibare lunchpakketjes.
- Hóe lang ligt dat hier?
- En waar is die prullenbak?
- Die is ook vol. Met vloeibare, ja, wat eigenlijk?
- Ik heb een kruiwagen nodig om hier op te ruimen.
- Nee, een graafmachine.
- Of nee, een shovel.
- Je ziet geeneens de vloer meer.
- Of hebt bed.
- Wie legt er nu al zijn schoolboeken op bed?
- Waar slaapt dat kind eigenlijk?
- Eerst maar even onder dat bed puinruimen.
- Oef.
- Dit kind leeft op roze koeken.
- En lolly’s.
- En M&M’s.
- Hé, deze 2 borden was ik kwijt.
- En deze 6 bekers.
- En de theelepeltjes.
- Een lege honing fles, hoezo?
- En mijn koffiekopjes, drinkt dit kind koffie?
- Oh nee, er zit iets geels in.
- Gatver.
- Wat doen de wijnglazen hier?
- Drinkt dit kind wijn?
- Oh nee, er zit iets groens in.
- Gatver.
- Hoeveel bakjes kun je naast je kussen stapelen?
- Welke experimenten voert dit kind hier uit?
- Pannen?
- Mijn halve keukenraad staat hier.
- Wanneer was de laatste keer dat dit bed is verschoond?
- Ik geloof dat ik het niet wil weten.
- Deze lakens was ik wel met bleekwater.
- En Dettol.
- Chips onder het kussen?
- Dit kind slaapt niet, die eet alleen maar.
- Dit is mijn jas.
- En dit zijn mijn schoenen.
- En mijn vest.
- En mijn trui.
- Mijn halve kledingkast ligt hier.
- Zucht.
- Dat zijn 4 volle wasmanden.
- En ik heb al 4 volle vuilniszakken.
- En het ziet er nog steeds niet opgeruimd uit.
- Hoeveel snoeren kun je eigenlijk hebben?
- Het is een kluwen met….. in ieder geval 7 van míjn opladers.
- Eerst maar eens stofzuigen.
- Wat ligt er achter het bed?
- Jezus, de puber ligt hier gewoon te slapen.
- Zucht.