Het was niet een heel onverwachte uitkomst dat Duncan Laurence door zou gaan naar de finale van het Eurovisie Songfestival. Maar toch zijn we blij dat hij, als tweede, zodat we niet de hele avond in spanning hoefde te zitten, door was.
Met Duncan Laurence vinden pubers het Eurovisie Songfestival wél leuk
Wij zaten niet alleen zelf op het puntje van onze stoel, ook onze pubers keken gespannen mee. Want deze leuke, jonge (knappe ook vinden onze dochters en hun vriendinnen) maakt het Eurovisie Songfestival weer leuk. Het iets wat oubollige en stoffige imago hadden Ilse, Trijntje en Anouk al voor ons afgestoft, Duncan doet dat voor onze pubers. Hij zingt niet alleen loepzuiver, maar staat voor zoveel meer vinden pubers. Hij is zichzelf, is authentiek, kan echt goed zingen, is een leuke gast, heeft een goed kapsel, en zingt over een onderwerp dat belangrijk is; zijn enkele van de superlatieven die wij in huis horen.
Verlies van dierbare
Dat onderwerp is, overigens, het verliezen van een dierbare waar hij een levensles uithaalde. Duncan: ‘De inspiratie voor Arcade vond ik in het verhaal van een dierbare die heel jong, ze was pas veertig, is gestorven. Haar dood had een grote impact: het was mijn eerste grote verlies. Het liedje dat toen in mijn hoofd kwam is Arcade. De woorden en akkoorden kwamen bijna vanzelf vanuit mijn hart. Het nummer is ook een levensles: je eigen geluk bepaal je zelf.’
Pestverleden
Wat onze pubers ook leuk vinden dat het een ‘nieuw’ gezicht is. Dat maakt het songfestival voor hen ook nieuw. Het is niet de gevestigde orde die een nummer gaat zingen bij een ‘eeuwenoud’ instituut als het songfestival, maar een jongen die eigenlijk niemand nog kent. De zanger is van ver gekomen zegt hij zelf. Hij is vroeger op de basisschool veel gepest omdat hij altijd anders was dan de anderen.’Ik had sproeten, was een beetje mollig en heel onzeker. Echt het complete ‘pretpakket en voor andere kinderen een makkelijke prooi.’
Goede les voor pubers
Duncan laat zien dat je ver kunt komen door vooral jezelf te blijven. Dat als het leven tegenzit, omdat je gepest wordt, omdat je The Voice niet wint, omdat je muziek niet wordt opgepikt, omdat het moeilijk is om als singer-songwriter door te breken, je nooit hoop moet verliezen en altijd in jezelf moet blijven geloven. Een mooie les voor onze pubers. Begin mei trad Duncan Laurence, die in 1994 in Spijkenisse geboren werd als Duncan de Moor, op in een kleine concertzaal in Amsterdam. Zijn eerste concert ooit. Daarna toog hij naar Tel Aviv. Gebrek aan ervaring vindt hij onzin. Met de onbevangenheid die pubers ook hebben, en geen beren op de weg zien, trad hij daar op. En deed gewoon wat hij moest doen: prachtig zingen. Zenuwen? Die kent hij niet. ‘Voor examens had ik zweethandjes, maar nu ervaar ik pure rust. Dat had ik niet verwacht, met dit circus.’
Voor de buis
Duncan staat al maanden op één bij de bookmakers van het songfestival die hem als winnaar zien. Zelf vindt Duncan de Italiaanse zanger Mahmood zijn grootste concurrenten. De Italiaanse zanger mijmert in Soldi over zijn kindertijd en het gemis van zijn vader. Net als Duncan is hij relatief onervaren. Als het de Duncan lukt de finale te winnen is hij de eerste Nederlandse winnaar in 44 jaar. De wedkantoren geven hem een kans van ruim 40 procent om de finale te winnen. Wij zitten in ieder geval klaar met, heel ouderwets, pen en papier om de score bij te houden, onze pubers doen dan met, heel modern, een app.
Zaterdag om 21.00 uur is de finale van het Eurovisie Songfestival via AVROTROS te zien op NPO1.
Lees ook: Deze liedjes van het Eurovisie Songfestival zongen wij vroeger mee