Martine wordt nog steeds door haar puberzoon uitgemaakt voor Karen. Want een Karen hebben als moeder, dat is echt geen pretje. Ook al heet je geen Karen.
Allereerst: excuus aan alle leuke vrouwen die Karen heten. Dit gaat niet over jullie. Want ik heet geen Karen, maar mijn zoon zegt wel regelmatig Karen tegen mij. Dat was op het moment dat ik de rector van de school wilde mailen omdat ik het niet eens was met de overgangsnormering voor school in deze tijden van corona. Later zei hij het nog een keer, toen ik aan de telefoon was met de telecomprovider, er niet uitkwam met de call-centre agent en vroeg naar de manager. Mijn zoon keek op van zijn Fifa-spel en zei: ‘Doe eens zachter, mam, je bent nu echt zo’n Karen’.
OK, boomer
Dit is na ‘OK, boomer’ de zoveelste belediging die ik naar mijn hoofd krijg van mijn pubers. Als je gaat googelen staat Karen er niet best op. In de Amerikaanse versie is het de vrouw die rozijntjes in plaats van snoep geeft met Halloween en bij Burger King de manager wenst te spreken als ze daar vergeten zijn ketchup te geven bij de patat. Karen draagt haar haar in een blonde bob en rijdt in een SUV. Karen is dus -kortom- de typische vrouw die zich overal mee bemoeit en bestaat ook zeker in Nederland.
Misschien zou ze dan geen SUV rijden, maar een stationwagen. Maar verder lijken de Nederlandse en Amerikaanse Karen wel op elkaar. Want als het eten niet deugt in een restaurant, zal ze -zodat het voor iedereen is te horen- laten weten aan de serveerster waarom ze geen fooi geeft. Karen is ook de moeder die op elke ouderavond, terwijl iedereen snakt naar de koffie, nog even een paar vragen heeft voor het schoolbestuur. Of elke week een mail op poten schrijft naar een leraar met vragen over de manier van toetsen of dat ze vindt dat er wel erg veel mannelijke schrijvers op de boekenlijst staan.
Klantenservice
Karen is de vrouw die je er in het gangpad van de supermarkt (waar 1,5 meter afstand echt onmogelijk is) op luide toon op wijst dat je op 1 meter 40 afstand van haar staat. Maar Karen wil wel even voor gaan, omdat ze alleen maar een zakje krentenbollen hoeft af te rekenen. Karen laat gerust iedereen achter zich bij de klantenservice van de Hema urenlang wachten, vanwege een tompoes die niet helemaal voldeed aan de verwachtingen. En ze gaat niet weg voor ze de manager heeft gesproken.
Je wilt Karen ook niet hebben als buurvrouw, omdat zij vindt dat je je gras niet vaak genoeg maait en de blauwe regen moet snoeien. Het is de vrouw die -ook letterlijk- altijd haar eigen stoepje schoonveegt, want aan haar zal het niet liggen dat de buurt een rommeltje is. Als puber wil je Karen ook echt niet als moeder. Want als je naast haar zit in het restaurant of toevallig mee bent naar de Hema, dan schaam je je natuurlijk de ogen uit je kop. En je wilt als puber ook niet beroemd worden op school vanwege je moeder. Maar soms moet je opkomen voor je kind. En soms staan mensen in de supermarkt te dicht op je. En soms moet je je eten terugsturen omdat het echt niet is te vreten. Karen is, kortom, een vrouw die in ieder van ons zit. Dus als mijn innerlijke Karen bovenkomt, zorg ik gewoon dat de pubers niet in de buurt zijn.