Als Anne haar dertienjarige dochter in haar onderbroek ziet rondlopen, realiseert ze zich ineens dat haar kleine meisje bijna een vrouw is geworden. Wanneer was dat gebeurd?
Mijn dochter loopt in haar onderbroek de badkamer binnen waar ik ook ben. Ze is op zoek naar haar spijkerbroek die ze in de was heeft gegooid. Tenminste, ze dénkt dat ze die in de was heeft gegooid. Terwijl ze de wasmand overhoop haalt, zegt ze zuchtend dat al haar kleren te klein zijn en dat nou net die ene spijkerbroek de enige broek is die ze nog past.
Geen lijfje, maar een lichaam
In de spiegel kijk ik naar mijn dochter die achter me staat. De mouwen van de trui die ze aan heeft komen niet verder dan halverwege haar onderarmen. De onderbroek die ze aan heeft zit strak om haar billen. De vlinders op de stof worden uitgerekt door het vele omhoog trekken van een onderbroek die overduidelijk te klein is. Wanneer had ik die onderbroek voor haar gekocht? Een maand geleden? Twee? Drie? Had ze toen nog een kindermaat? Hield ze toen nog van vlinders? Ik kijk naar het lijfje van mijn dochter dat eigenlijk geen lijfje meer is, maar een lichaam. Eén waar een vlinderonderbroek niet meer bij past.
Wanneer was dat gebeurd?
Ik ben verbaasd dat dit kind, dat de hele dag onder mijn neus loopt en ik elke dag toch minimaal een keer vastpak om te knuffelen, ineens zo is veranderd. Had ik het niet gemerkt dat ik mijn armen steeds wat hoger moest houden? Had ik niet gemerkt dat haar lichaam ronder werd? Had ik haar vormen niet gezien? Had ik niet gemerkt dat ze vlinders niet meer leuk vindt? Wanneer was dat allemaal gebeurd?
Kleine meisje
Ik heb altijd het idee dat mijn dochter veel harder loopt dan ik. Dat ik continu achter de feiten aanloop. Tegen de tijd dat ik doorheb dat er iets aan de hand is, is dat al héél lang aan de hand. Het lijkt wel alsof mijn hersenen niet registeren dat ze groter wordt, volwassener wordt, zelfstandiger wordt. In mijn hoofd is ze dat kleine meisje dat ik zo goed ken, dat ik al die jaren heb vastgehouden, heb verzorgd, in heb gestopt, waarvan ik de neus heb afgeveegd en haar tranen heb gedroogd en waarvan ik elke millimeter op haar lijfje heb gekust. Ik zie dat meisje groot worden, maar registreer het niet. Wie is dat meisje dat bij me in badkamer staat en bijna een vrouw is geworden? Dat huppelende meisje met wapperende haren en een vlinderonderbroek die past is ze al lang niet meer.
Kinderafdeling
In de spiegel kijkt mijn dochter naar mij. Ze zegt nogmaals dat niks meer haar past. Ik beloof haar dat we morgen nieuwe kleren gaan kopen. En nieuw ondergoed. Dan huppelt ze de badkamer uit. Haar lange benen gaan ritmisch heen en weer, haar haren wapperen niet, maar dansen in golven om haar hoofd. Mijn meisje is ineens groot geworden. En ik loop alweer achter de feiten aan. Die keer dat ik dat vlinderonderbroekje voor haar kocht was de laatste keer dat ik op de kinderafdeling kleren voor haar kocht. En ik wist het geen eens.