De puberdochter van Martine was altijd een blije, probleemloze basisschoolleerling. Dat ging afgelopen schooljaar wel anders. Het was -kortom- voor alle partijen een pittig jaar. Brugklasser-ouders laat je vooral niet ontmoedigen door deze puber-uitspraken.
‘Ik ga nooit vrienden maken’
Niemand uit de groep 8 van mijn dochter ging met haar mee naar dezelfde middelbare school. Ze had een superleuke klas, waarvan het maar moeilijk afscheid nemen was. Er waren tranen toen ze hoorde dat ze nooit meer met haar vrienden in een klas zou komen, en er waren tranen bij het afscheid.
De eerste week kwam ze sip thuis. De tweede week kreeg ik een telefoontje dat ze ‘bij Nina’ ging. De derde week ging ze ‘bij Sanne’ en sindsdien heeft ze een vast clubje vriendinnetjes.
‘Ik ben zo moehoe’
Net als de overgang naar de basisschool, is naar de brugklas gaan ook doodvermoeiend. Mijn dochter lag iedere middag zwaar op apegapen en kon, en wilde niks anders dan op de bank liggen. Af en toe waren er zelfs tranen van vermoeidheid en natuurlijk kregen we van tijd tot tijd een flinke woede-aanval te verduren.
‘Het is zo saaaaaaaai’
Inderdaad, er is weinig opwindends aan woordjes leren en sommen maken. Zeker niet als je enige ambitie is om -zoals mij dochter- actrice te worden. Daar heb je toch immers alleen maar goed Engels voor te spreken. En dan hoef je al helemaal niet te weten wie Bonifatius was en iets te weten over de bovenloop van de Rijn . Maar als je twaalf bent, dan weten je ouders wel iets beter dan jij wat goed voor je is. En dat je op een andere middelbare school ook woordjes moet leren en geschiedenis krijgt. Overigens wilde de puber wel graag op school blijven, vanwege die vriendinnen. En vanwege de toneelklas op school.
‘Je hoeft me echt niet te helpen’
De brugklasser is nogal eigenwijs en zoekt het liefste alles zelf uit. Overhoren was niet nodig en maakwerk voor thuis had ze naar eigen zeggen in de klas al gedaan. Maar rond Kerst en een heel slecht rapport en een aantal nogal ontmoedigende oudergesprekken, gingen we toch eens vragen naar haar werkwijze. Aantekeningen voor verschillende vakken stonden in één schrift, en ze wist nog steeds niet hoe ze woordjes moest leren.
Voor wiskunde kreeg ze bijles, huiswerk werd overhoord en proefwerkweken werden gevat in een schema. Mocht je denken dat het daarna meteen beter ging: dat ging het niet.
‘Ik kan me gewoon niet concentreren’
Als we de puber dan eindelijk boven aan haar huiswerk hadden, dan kon je de klok erop gelijk zetten dat ze binnen vijf minuten iets anders was gaan doen. Een balletje hooghouden met een pingpongbatje. Selfies maken zonder bril. Selfies maken met bril. Kleren passen. Tekenen. Verven. De kamer veranderen.
Ook in de klas bleek ze vaak met haar gedachten mijlenver weg, zo hoorden we bij de tweede reeks ontmoedigende oudergesprekken. Na een halfjaar zat ze zo’n beetje bij iedere les vooraan.
‘Ik heb geen huiswerk’
Thank God voor Magister. Want al zei de puber dat ze geen huiswerk had, heel vaak bleek ze wel huiswerk te hebben. Of ze dacht dat ze het wel had geleerd, maar als we gingen overhoren, bleek ze er helemaal niets van te bakken. We gingen controleren. Heel vervelend voor beide partijen, maar dat hielp uiteindelijk wel.
‘Ik ga echt wel over hoor’
De laatste proefwerkweek stond de brugklasser drie onvoldoendes en een 5,4. Ik had er een behoorlijk hard hoofd in. De brugklasser niet. Die ging vol goede moed haar proefwerken maken. Met als resultaat dat ze inderdaad overging. Met maar één vijf, voor wiskunde. Mijn vermoeden is dat we dit hakken-over-de-sloot-gebeuren nog vaker gaan meemaken.
***
Nu je hier toch bent, zouden we je iets willen vragen…
We maken iedere dag Tis Hier Geen Hotel met heel veel plezier. Want we zien het als onze missie om jullie zonder al teveel kleerscheuren, en een beetje humor, door de puberteit van je kinderen heen te slepen. En dat willen we blijven doen. Maar sinds de Corona-crisis is dat er niet makkelijker op geworden. Zou je ons daarom willen helpen dit Hotel open te houden? Hoe? Kijk hier!