Dat Saskia zelf maar één handdoekje nodig heeft om zich af te drogen wil nog niet zeggen dat haar pubers dat ook doen. Eén handdoek? Ben je gek? Je hebt er minstens drie nodig!
Ja, ik zag het goed. Er lagen niet één, niet twee, maar drie natte handdoeken op de badkamervloer. De dochter had gedoucht. En had naar eigen zeggen al die drie handdoeken nodig gehad. Eén voor haar haar, één voor haar lichaam en één als reserve. Inderdaad, een reserve handdoek – ik had er ook nog nooit van gehoord.
Grootverbruiker
Dat pubers behoorlijke grootverbruikers zijn is bekend. En dan gaat het niet alleen om het aantal boterhammen (15) die ze op een dag naar binnenschuiven, of de bussen deo (minimaal twee per week) die ze onder hun armen spuiten, maar ook het gebruik van alledaagse spullen zoals borden, bekers, en handdoeken. Die eerste twee vind je vooral onder hun bed of achter hun bureau of kast geschoven, de laatste op de vloer van de badkamer.
Altijd volle wasmand
De andere puber in dit huis is eveneens een grootverbruiker van handdoeken. Die heeft er ook nog eens eentje nodig om zijn enorme pubervoeten op te zetten, want een badkamervloer is koud tenslotte. Je zou kunnen zeggen: wees blij dat ze tenminste onder een douche kruipen –en gezien al die hormonale schommelingen in hun lijf, ben ik ze daar ook zeer dankbaar voor.
Maar ik zit elke dag met een behoorlijk volle wasmand. Want al die handdoeken zijn slechts voor eenmalig gebruik. Ook die ene die alleen om haren mee te drogen, want ‘Je denkt toch niet dat ik mijn haar twee keer met dezelfde handdoek afdroog?’ En ook hanteren mijn pubers het ik-weet-niet-wat-ik-er-mee-moet-doen-dus-flikker-ik-het-op-de-vloer-principe, want ‘Je denkt toch niet dat ik een handdoek over de verwarming hang?’
Natte handdoeken ophangen
En dus volgde hier in huis een hele discussie over het aantal te gebruiken handdoeken na het douchen. En dat als ze al die handdoeken in de was gooien, het ook wel eens hoog tijd werd dat ze zelf hun spullen gaan wassen. Voor dat laatste haalden ze overigens oogrollend hun puberneusjes op. ‘Hoezo moeten wij de was doen?’
Prima, besloot ik. Want wie de baas is over de wasmachine bepaalt uiteindelijk het aantal schone, droge handdoeken. Ik liet de handdoeken op een hoop in de badkamer liggen. De stapel in de kast werd steeds kleiner, die op de vloer groter. En nadat ze beiden een keer gillend van gebrek aan handdoeken uit de douche stapten, hielden ze hun mond. Lesje geleerd.
Ze gebruiken nu een handdoek. En als ze klaar zijn met douchen hangen ze die over de verwarming. Tenminste, in de ideale wereld. In het echt moet ik ze er nog wel dagelijks op wijzen dat hun natte handdoeken niet vanzelf droog worden in een hoekje van de badkamer. Waarna ze zuchtend en klagend over hun zware leven de boel alsnog enigszins uithangen.