Pam weet zeker dat het feestje van haar puberzoon uit de hand loopt. Maar wat doe je dan? Naar binnen rennen in je vaalwitte badjas en een donderpreek afsteken?
Op het balkon staan zes flessen sinas en twaalf blikjes bier. De puberzoon geeft een feestje. “Hoe kom je aan dat bier?” vraag ik. “Dat krijg jij toch nog niet mee uit de supermarkt?” Zoon werpt me een vermoeide blik toe. “Gewoon, in de winkel aan een student gevraagd. Die rekent het dan voor je af.” Natuurlijk, stomme vraag.
“Oké,” zeg ik. “Erg dronken zullen jullie niet worden van twaalf biertjes. Maar hoe zit het met blowen? Gaan jullie blowen?” Weer die blik alsof ik onder een steen vandaan kom gekropen. “Eh, nou, niet binnen nee,” is het antwoord. “Maar ik weet niet wat mensen op het balkon doen.”
Ik zucht diep. Tussen controle en vertrouwen loopt een dunne lijn. Ik kijk naar de stroopwafels, roze koeken en schalen M&M’s die zoon heeft klaargezet op tafel. Qua vreetkick komt in elk geval straks niemand iets tekort. “Om twee uur gaat de stekker eruit,” zeg ik, voor ik me in mijn slaapkamer terugtrek.
Om één uur ‘s nachts ben ik nog altijd klaarwakker. Door mijn deur dreunt Rage Against the Machine. Vanaf het balkon klinkt meisjesgelach, de bel gaat, de wc wordt doorgetrokken en een jongen schreeuwt mee met de muziek. “Mótherfúcker!!!” Ik schiet mijn badjas aan en sluip de gang in. Door het glas van de woonkamerdeur zie ik een knusse kluwen kletsende pubers, verspreid over bank en vloer. Aan de eettafel buigt een jongen zich over een lange vloei. Geconcentreerd verkruimelt hij iets groens over het bergje tabak.
Wat nu? Naar binnen rennen in mijn vaalwitte badjas? Op mijn afgetrapte sloffen een donderpreek afsteken? En mijn zoon daarmee voor eeuwig voor schut zetten? Door een kier van de deur ruik ik een sterke geur. Geen hasj of wiet, eerder knoflook en ui.
Dan zie ik zoon op de geïmproviseerde dansvloer. Ritmisch wiegt hij heen en weer, in zijn handen een Turkse pizza. De vriend naast hem staat te dansen met een kapsalon speciaal. De koeken en M&M’s op tafel zijn verorberd tot de laatste kruimel.
Een weemoedig gevoel overvalt me. Ik zie mezelf met paars haar en een dikke joint, verzaligd happend in een Bounty. Even heb ik last van pure heimwee. Met je vrienden zwelgen in snoep, snacks en softdrugs – dát waren nog eens feestjes.