Wat doe je als je het gevoel hebt dat jij degene bent die het huishouden draaiend houdt, omdat er zonder jou niets gebeurt? Geef je huisgenoten eens een dikke middelvinger. Bij Martine werkte het. Echt.
Vanaf dat ik ‘s ochtends beneden kwam, begon de strijd tegen de rotzooi. Vanaf het moment dat je beneden komt en de vaatwasser inruimt, tot het moment dat je naar boven gaat om naar bed te gaan om de laatste kopjes erin te zetten en het apparaat in te schakelen. Tussendoor heb je gekookt, de hagelslag van de vloer geveegd, de remsporen (niet die van jezelf) uit het toilet gepoetst, de boodschappen gedaan, nog een keer of drie de tafel afgeruimd en het fornuis gepoetst. En mind you ik heb gewoon daarbij een fulltime baan.
Je vraagt je misschien af: ‘hoe kan die vrouw al die ballen in de lucht houden?’ Ik zeg dan: ‘Nou, gewoon niet.’ Nou ja, je houdt dat wel even vol, maar op een gegeven moment lukt dat niet meer. Dan word je eerst moe en humeurig en vervolgens val je om.
Dat gebeurde mij dus laatst. Ik was zo moe dat ik in bed was gaan liggen. Ik was ook boos. Want niemand van mijn huisgenoten, ook die ene volwassene niet, had door welk werk hier in huis nou werkelijk werd verzet. Hoe het toch kwam dat er iedere dag een warme maaltijd op tafel verschijnt en het er enigszins toonbaar uitziet, daar hadden ze echt geen idee van.
Steken onder water hielpen niet en als ik er wat van zei, dan werd er wat geprutteld. Vervolgens brachten de huisgenoten dan wel hun bordje naar het aanrecht, maar elke volgende keer trof ik bij thuiskomst toch weer de met hagelslag bestrooide tafel en vloer aan en duidelijke sporen van het smeren van een boterham op het aanrecht, zonder dat er een bord aan te pas was gekomen. Toen een van hen pannenkoeken had gebakken en het eierstruif tegen de muur zat, was ik het zat. Ik greep naar het middel dat ons vele decennia loonsverhoging had opgeleverd, werktijdverkorting en verlaging van werkdruk. Ik ging in staking.
Ik was ook zo moe. Zo moe dat ik ervan moest huilen. Dus toen mijn echtgenoot bezorgd kwam vragen of ik ziek was, kwam het er met horten en stoten uit. Dat ik had bedacht dat ik een sapkuur ging doen. Want ik had he-le-maal geen energie meer. En prettige bijkomstigheid: dan hoefde ik niet meer te koken. Nee, ook niet voor hen. Ze zochten het maar uit. Albert Heijn is 500 meter lopen en ze weten waar het fornuis staat. Ik deed het in ieder geval niet. Een hele week. Mama ging in staking.
Dat maakte indruk. De bloedjes werden opgetrommeld en kregen een preek. Mijn dochter ging daarna huilen. En iedereen beloofde beterschap. Ik zei dat ik het een week aan zou kijken. En zowaar. Iedereen bracht zijn bordje naar de keuken. Er kwam een aanbod boodschappen te doen en iemand vroeg naar de locatie van de stofzuiger.
Ik besloot de sapkuur aan mij voorbij te laten gaan. Daarvoor houd ik iets teveel van eten. En ok, de borden belanden nog steeds niet in de vaatwasser, maar er bovenop. Maar er is vooruitgang geboekt. Als ik over een tijdje vind dat de werkdruk nog wat naar beneden kan, dan gooien we er gewoon nog een staking tegenaan.