Via facetime of terwijl ze een potje gamen, zijn de pubers heel spraakzaam. Maar als het aankomt op communiceren met jou, gaat dat in hooguit vijf lettergrepen. Of een. Deze lijst met puberuitspraken kan iedere ouder vast afstrepen.
- ‘Hoezo?’
- ‘Waarom moet ik dat doen?’
- ‘Heb ik vorige week/maand geleden/vorig jaar al gedaan’
- ‘Waarom doet (*naam broer of zus*) het niet?’
- ‘Wacht even’
- ‘Straks’
- ‘Even dit potje afmaken’
- ‘Ik ben net een nieuw potje begonnen’
- ‘Ik zit middenin een TikTok’
- ‘Ik ben bezig’
- ‘Ik zit te facetimen’
- ‘Ik heb les’
- ‘Zo’
- ‘Rustig’
- ‘Boeien’
- ‘OK’
- ‘Hmmm’
- ‘Echt niet’
- ‘Dus?’
- ‘Geen stress’
- ‘Waarom doe je het zelf niet?’
- ‘Moet dat?’
- ‘Joe’
- ‘Geen zin’
- ‘Hoeveel krijg ik daarvoor?’
- ‘Bijna’
- ‘Morgen’
- ‘Waarom?’
- ‘Niet nu’
- ‘Wa?’
- ‘Nu?’
- ‘Jahaaa’
- ‘Is goed’
- ‘Bro’
- ‘Watdafuk’
- ‘Vergeten’
- ‘Kwijt’
- ‘Maar hoe moet dat dan?’
- ‘Ik moet altijd alles doen.’
- ‘Komt goed’
- ‘Ja doei’