Na een incident bij haar zoon op school, moet Martine weer denken aan die vriend van haar broer. Die een incident met een gewapende leeftijdgenoot níet overleefde. Het is 32 jaar geleden, maar het hakt er nog steeds in.
Jongeren die wapens op zak hebben; de cijfers zijn verontrustend. In vier jaar tijd vertienvoudigde het aantal jongeren die werden aangehouden met verboden wapens, zoals messen en ook vuurwerk. Er waren weliswaar iets minder minderjarige en jongvolwassen verdachten dan het jaar ervoor, maar het aantal ligt nog steeds hoog gekeken naar de laatste vijf jaar.
Vechtpartij in de krant
Mijn zoon –niet snel onder de indruk- had de commotie meegekregen, maar was er niet bij. Wat hij eigenlijk wel jammer vond, zei hij schouderophalend. Nadat we hem gekscherend hadden uitgemaakt voor ramptoerist, was ik het hele gebeuren eigenlijk al een beetje vergeten. Totdat ik vanmorgen merkte dat het incident vrij breed werd uitgemeten in de kranten.
Mijn broer appt mij. ‘Gaat alles goed daar?’, met een link naar het artikel in de krant over de school van mijn zoon. Ik maak nog een grap over dat mijn zoon het eigenlijk jammer vond dat hij het niet had gezien. Maar dan wordt mijn broer serieus. ‘We weten allemaal waar het toe kan leiden’, antwoordt hij. En och ja, natuurlijk…
Puber doodgestoken
Ik was als grote zus niet altijd even gecharmeerd van de vriendjes van mijn kleinere broertje, maar Eric mocht ik wel. Hij had een matje in zijn nek, een zware schakelketting om en rookte zware shag. Hij was echt zo’n type: grote bek, klein hartje.
Een halfjaar nadat ik het huis uit was gegaan om te gaan studeren, kwam het verschrikkelijke bericht: Eric was dood. Doodgestoken op het dorpsplein, voor de kroeg. In de kroeg waren er woorden geweest tussen hem en ene ‘Fredje’, die een mes bij zich had en hem buiten daarmee het zwijgen op dacht te leggen. Had hij dat mes maar niet gehad. Mijn broertje had het niet gezien. Hij was al naar huis.
Ik ben naar de begrafenis geweest. De kerk zat tjokvol. Ik herinner me vooral het gezicht van die moeder. Dat immense verdriet. Er werd Bridge over troubled water gedraaid. Mijn eigen moeder kon dat nummer niet horen zonder vol te schieten.
Intens verdriet
De ouders van Eric kwamen in het begin nog weleens op visite op zijn sterfdag. Pijnlijk, want mijn broer leefde door, maar hun zoon niet. Mijn broer maakte zijn opleiding af, ging in dienst, trouwde, kreeg een baan, kreeg kinderen. Die nu de leeftijd hebben die hij zelf had toen dit gebeurde: achttien jaar.
Ik zat na die opmerking van mijn broertje weer in die kerk en dacht weer aan die moeder. Ik voel ook weer het verdriet dat iedereen toen had. Want je gaat –zoals mijn broer- weliswaar door met je leven, maar ook na 32 jaar blijft het een gat en een gemis. Want er blijven altijd momenten komen dat we het over Eric en wat er gebeurd is hebben. Bijvoorbeeld toen de dader een paar jaar geleden in een televisiedocumentaire over tbs’ers verscheen. En iedere keer als Bridge over troubled water op de radio is. En nu ook als de discussie over pubers met messen weer hoog oplaait.
Bewustwording
‘Wat zou er moeten gebeuren?’, vraag ik mijn broer. ‘Verbieden?’ Mijn broer antwoordt dat dat niks zal helpen. Voorlichting, denkt hij. En bewustwording. ‘Schrijf erover’, adviseert hij. Bij deze. Heeft de dood van Eric toch nog een soort van zin gehad. Ofzo.
En ondertussen moet je gewoon heel hard hopen dat je kind nooit de buurt is als er met wapens wordt gezwaaid.