De oudste zoon van Marloes’ vriendin Marije (50) heeft verkering. Maar de liefde van haar zoon houdt hem wel heel erg in toom.
‘Leuk, een meisje erbij’, dacht ik nog, toen mijn zoon mij tussen neus en lippen meedeelde dat hij verkering had. Ik heb drie zoons en hoewel ik me prima staande kan houden in mijn mannenhuishouden, is een vrouwelijke noot meer dan welkom. Dus ik verheugde mij erop dat Meike kwam.
Maar toen ze dus op een dag goed en wel bij mij aan de keukentafel zat, ontstond er niet echt een spetterend gesprek. Sterker nog: ze zei geen boeh of bah, en als ik iets vroeg, kwam er een antwoord uit van één lettergreep. Ik weet het eraan dat ze misschien zenuwachtig was voor de ontmoeting met haar ‘schoonmoeder’.
Bij poging twee kwam ze eten. Ze wilde per se dat Jesse naast haar kwam zitten en vervolgens kroop ze zowat bij hem op schoot. Toegegeven, het gaat er bij ons aan tafel vaak nogal rumoerig aan toe. De discussies lopen soms hoog op, en iedereen doet zijn zegje. Mijn jongens waren echt heel aardig voor haar, maakten iets minder grove grappen dan normaal en waren heel voorkomend. Maar het leek wel of ze in Jesse wilde kruipen. Zodra ze van tafel konden, race-ten ze meteen naar boven.
Ze zijn altijd samen, zodra het kan. Als ze beneden op de bank zitten, hebben ze minimaal elkaars handen vast, maar meestal zitten ze helemaal in elkaar verstrengeld. Gaat hij naar voetbal, dan staat zij langs de lijn. Die hele horde jongens die er altijd bij ons thuiskwam, die zie ik niet meer. Hij gaat met haar naar feestjes en ze zijn -godbetert- samen op dansles gegaan. En dan zitten ze ook nog bij elkaar op school.
Mijn zoon is veranderd. Als hij iets zegt, dan denk ik: komt dat nou uit hemzelf of komt dat dan van haar? Zo eet hij ineens -net als zij- vegetarisch en willen ze ineens met een tentje een fietsakantie gaan doen, terwijl eerst een zon-, zuipen-, ziekenhuis-vakantie met zijn vrienden in Cherso op het programma stond.
Ok, ik hoef niet wakker te liggen van of hij zich niet in een coma zuipt of heel stomme dingen doet zoals van een balkon in een zwembad springen. Maar dit is niet zoals ik mijn zoon ken. de rauwdouwer die altijd ‘in’ is voor een geintje en altijd zijn jas al aanheeft al er een vriendje aan de deur staat. Hij zit op de bank, of op zijn kamer met Muizige Meike, zoals mijn man en ik haar al hebben genoemd.
Hij doet dit jaar eindexamen. Hij is van plan om volgend jaar een tussenjaar te nemen. Wij zeggen: ga reizen, ga de wereld ontdekken. Maar hij wil thuis blijven werken en werken, zodat hij bij Meike kan blijven. Wij zeggen: je bent nog zo jong om je vast te leggen. Alles kan nog veranderen. Hij vindt dat wij ons niet met zijn leven moeten bemoeien.
Ik snap ook wel dat hoe meer wij hem tegen proberen te maken, hoe meer hij aan Meike vasthoudt. Dus ik ben poeslief tegen haar en bak spinazietaarten en courgettekoekjes dat het een lieve lust is. Ik heb laatst zelfs een cadeautje gekocht voor haar verjaardag. We zijn gaan eten bij háár ouders en maakten een ingewikkelde puzzel zodat ze met ons Kerst kon vieren.
Maar ik hoop zó dat hij niet aan haar blijft plakken en de komende gaat léven. Dat geklef kan altijd nog. En dat hij dan gaat doen als hij tegen dat hij dertig is en dan thuiskomt met een echt leuke meid. Een beetje stevig type, een die op zijn moeder lijkt. Want dat willen jongens toch uiteindelijk allemaal, toch?
***